In 2001 was ik directeur van EPN (het platform voor de Informatiesamenleving). In dit artikel pleitte ik samen met Wim Deetman, toen de voorzitter van EPN, van de VNG en de burgemeester van Den Haag, voor een gecontroleerd internet. We trekken hier de vergelijking met de openbare ruimte. Daar kunnen we ook niet toestaan dat hackers, spammers en andere hooligans de orde verstoren. Er kwam destijds heel veel kritiek op dit ‘absurde’ idee.
(on)veilig internet
Het internet is een prachtig medium. In principe kun je met een klik op de muis, van over de hele wereld informatie opvragen, aankopen doen en mail versturen. Maar het internet is door zijn aard en opzet ook inherent onveilig en valt ook niet te beveiligen. Het is een krakkemikkig, oncontroleerbaar en anarchistisch medium. Wat we nodig hebben als samenleving is een netwerk, waar de “normale”regels van het normale sociale verkeer gelden. We hebben als maatschappij dringend behoefte aan een netwerk waar we veilig kunnen betalen, waar we zeker kunnen zijn van de digitale identiteit van onze gesprekspartner “aan de andere kant van de lijn”, waar we veilig elektronisch kunnen stemmen, waar we geen last hebben van mailbommen, ongewenste spam, virussen en hackers en waar verbindingen zijn gegarandeerd etc. Alleen dan kunnen we echt de beloofde vruchten van de digitale revolutie, zoals tele-onderwijs, telezorg, telediensten, tele-overheid en interactieve tv, plukken. In principe zijn zulke veilige netwerken wel te realiseren, sterker die bestaan al. Veel bedrijven hebben voor intern gebruik al dergelijk besloten netwerken ingericht. Wij willen hier nu pleiten voor een besloten maatschappelijk netwerk. Hoe zou zo’n netwerk er dan uit moeten zien?
hoe ziet zo’n net er uit?
Binnen 10 tot 20 jaar zullen we allemaal via snelle breedbandverbindingen kunnen internetten. We noemen dat dan misschien wel gewoon tv, of i-tv (interactieve tv), of Tnet. Je kunt dan via de afstandsbediening (of je stem) extra zaken opvragen bij het tv-programma. Bijvoorbeeld Wehkamp aanklikken voor dat mooie jurkje dat je favoriete filmster draagt. Of misschien wel tegen betaling dat jurkje uit “klikken”. Natuurlijk kan je dan ook alle programma’s van de laatste paar dagen alsnog oproepen. Delay TV en video-on demand. En misschien kun je zelfs wel zelf meespelen in een actiefilm, een soort verbeterde versie van Quake of Laura Croft. En natuurlijk is dit netwerk ook een informatienetwerk. Informatie over de files, de beurskoersen, het weer, zeg maar een heel uitgebreid en interactief teletekst. En natuurlijk ook een Kennisnet. Scholieren, maar ook niet-scholieren kunnen via dit netwerk toegang krijgen tot de elektronische lessen die nu ontwikkeld worden voor de scholen en universiteiten. En natuurlijk een e-mail netwerk, want e-mail is nu al de “killer-application” van het bestaande internet. Er wordt nu al meer gemaild dan gesurfd. Voor 90 % van de Nederlanders zal zo’n amusement- en informatienetwerk meer dan genoeg zijn. Zij zijn niet geïnteresseerd in surfen langs saaie inhoudelijke informatiewebsites en via ingewikkelde en onbetrouwbare toetsenborden en PC’s allerlei informatie opzoeken. Zij zijn wel geïnteresseerd in veilige betrouwbare verbindingen en vooral veel entertainment.
wie zorgt voor dit net?
Zo’n veilig netwerk, kan alleen maar een besloten netwerk zijn, met afgebakende grenzen en interne controle. Verder is er ook een net-autoriteit nodig die verantwoordelijk is voor de veiligheid en ook de bevoegdheden en de middelen heeft om die veiligheid te waarborgen. In principe zijn er drie mogelijkheden om tot zo’n net te komen. Net als in de gewone wereld zou de overheid daarvoor kunnen zorgen. We krijgen dan een NederNet, met cybercops die aan de grenzen inkomende berichten controleren op virussen en buitenlandse hackers en die ook intern Nederlandse misbruikers moeten kunnen opsporen. Uiteraard zal net als in de gewone wereld ook de gewone sociale controle noodzakelijk zijn, zoals nu al bij bijvoorbeeld het meldpunt kinderporno. Maar zo’n besloten netwerk kan ook heel goed door het bedrijfsleven worden aangeboden. We krijgen dan het CasemaNet, of UPCnet. Dan zorgen de mensen van UPC dus voor de veiligheid, zij sporen misbruikers op en bewaken de buitengrenzen. Maar uiteraard is ook een mengvorm mogelijk, een publiek, private samenwerking, bijvoorbeeld het RegioNet, waarin een bepaalde regio samen met de netwerkexploitant voor de veiligheid en de diensten zorgen. Overigens gaat het bij veiligheid ook om betrouwbare verbindingen. Een netwerk zoals het internet dat zo langzamerhand van zo’n groot maatschappelijk belang begint te worden moet ook betrouwbaar zijn. Het mag niet zo zijn dat er zomaar opeens uren lang geen verbinding mogelijk is omdat lijnen overbelast zijn of servers uitvallen. Dat kan alleen maar worden gegarandeerd als er ook één partij duidelijk voor aansprakelijk is, en nooit als het net van “iedereen” is.
nostalgisch internet.
Natuurlijk zal er wel een verbinding blijven naar het internet. En er blijft vast ook nog wel een anarchistisch ongeordend netwerk bestaan (het huidige internet), waar je via het toetsenbord kunt chatten en meedoen aan discussies in openbare nieuwsgroepen. Usenet en Gopher bestaan per slot van rekening ook nog steeds. Maar één ding zal duidelijk zijn; het internet zoals wij dat nu kennen, chaotisch en ongedifferentieerd, zal dan door de meeste mensen niet meer worden gebruikt. Het is dan opgevolgd door een flink aantal besloten, beveiligde en gecontroleerde netwerken. We zullen dan bijna vertederd nostalgisch spreken over het “oude” internet. “Op internet was geluk nog heel gewoon” heet het dan.
EPN – Electronic-highway Platform Nederland (2001)
Wim Deetman, (voorzitter) en Peter van der Wel (directeur)