In mijn presentaties vertel ik vaak hoe we in de toekomst allemaal heel veel ouder kunnen worden, misschien zelfs wel onsterfelijk. Interessant is hier de ontsnappingssnelheid theorie. Als de biotechnologie zich sneller gaat ontwikkelen dan het verouderingsproces zelf, zal de mens in principe onsterfelijk worden. Dan worden wij de eerste generatie mensen die er niet meer zeker van zijn dat zij zullen sterven.
ethische vragen
Deze gedachtengang roept altijd veel vragen op bij de aanwezigen. Een vraag is bijvoorbeeld hoe snel deze ontwikkeling zal verlopen. En natuurlijk zijn er ook vele ethische dilemma’s verbonden aan het steeds verder verlengen van de levensduur. Nemen ouderen als zij langer blijven leven niet de plaats in van jongeren? En hoe gaan we om met inkomensverschillen als niet iedereen zulke levensduur verlengende ingrepen kan betalen? In deze blog zal ik ingaan op enkele van deze vragen.
3 fasen van levensverlenging
Allereerst de snelheid van deze ontwikkeling. Ik onderscheid drie fasen in het verlengen van de levensduur. De eerste fase liep van grofweg 1900 tot 2000. In deze fase is de gemiddelde levensduur gestegen van 40 naar 80 jaar door betere antibiotica, betere gezondheidszorg, betere voeding en vooral door betere preventie.
levensexpansie
We zitten nu in fase 2, de fase van de levensexpansie. Deze fase loopt door tot pakweg 2040. We gaan het steeds normaler vinden dat we allemaal over de 100 worden. Mensen van alle leeftijden blijven gezonder, levendiger, actiever, en fysiek jonger dan vroeger door genetische engineering, het klonen van lichaamsdelen, stamcel technologie en zelfs door het verbeteren van ons lichaam met nieuwe technologieën zoals weefselregeneratie en het inbrengen van niet-biologische technologie, implantaten, hersenprothesen etc.
onsterfelijkheid
Ergens halverwege deze eeuw komen wij dan in fase 3, de fase van (bijna) onsterfelijkheid. Wie dat wil, kan dan makkelijk 300 jaar of nog ouder worden. Deels door de in fase 2 ontwikkelde nieuwe technieken, zoals de eliminatie van celveroudering en de productie van nieuwe lichaamsdelen. Maar nog meer omdat we tegen die tijd weten hoe we de complexe processen in onze cellen kunnen bijsturen via nanotechnologie en biotechnologie.
opbrengsten van de vergrijzing
Is het een probleem als we allemaal steeds ouder worden? De media, maar ook allerlei overheidsrapporten beschrijven vergrijzing vaak als een gevaar of dreigende ramp. Maar vergrijzing hoeft niet per se slecht te zijn voor de samenleving. Ouderen bedrijven bijvoorbeeld over het algemeen veel minder misdrijven. Ouderen zijn ook minder mobiel en leggen daardoor ook minder beslag op de weginfrastructuur. Ze leggen ook veel minder beslag op de onderwijsvoorzieningen. Ook financieel zijn ze doorgaans weinig tot last. Ze hebben vaak een afgeloste hypotheek en hebben dus ook geen rente aftrek. Ze rentenieren en besteden hun geld veel vaker binnenlands. Ze dragen door hun belastingafdrachten de kosten van de vergrijzing misschien ook voor een groot deel zelf. Ouderen dragen na hun overlijden alles wat ze hebben over aan de jongere generatie (erfenis) en tot slot van deze opsomming: ze bevorderen als oppas de arbeidsparticipatie en ze dragen hun kennis over aan de jongere generaties. Hoeveel zouden deze besparingen de samenleving opleveren?
Zijn er dan helemaal geen nadelen aan de vergrijzing?
Vergrijzing kan uiteraard wel nadelig zijn als dit leidt tot stilstand en stagnatie. Ouderen zijn vaak te behoudend. Maar de vraag is natuurlijk of dat zo blijft als je zeker weet dat je nog 200 jaar te leven hebt.
We zullen het zelf zien, als we de tijd van leven hebben.
Peter van der Wel © 12017
PS: Vond u deze blog nuttig of interessant?
Deel hem dan met uw Linkedin relaties,Twitter volgers, of mail hem door naar uw beste klanten, collega’s of vrienden. Naar iedereen die u volgens u de geweldige kansen moet benutten die de toekomst ons biedt.
PPS: Meer blogs? Elke maand stuur ik een blog zoals deze rond. Geef u hier op voor gratis toezending