Op de arbeidsmarkt concurreren we niet alleen met mensen, maar ook met robots, bots en kunstmatige intelligentie. En die worden steeds sneller, beter en goedkoper. Dat is een strijd die we niet moeten willen aangaan.
Veel mensen zijn daarom bang dat deze machines straks onze banen zullen inpikken. En natuurlijk zullen ze veel werk van ons overnemen. Maar toch blijven er veel dingen die ze niet zullen kunnen overnemen. Wat ik noem: mensendingen.
Wij mensen hebben namelijk twee dingen die zij niet hebben. Wij zijn mens en we hebben gezond verstand.
Om te beginnen ons gezond verstand. Die bots zullen straks veel slimmer zijn dan u of ik. Ze kunnen straks beter schaken, autorijden, rekenen, medische gegevens beoordelen, beleidsnota’s schrijven en contracten beoordelen dan u en ik en ze worden alleen nog maar beter.
Maar het zijn wel een soort ‘one-trick pony’s’. Ze zijn erg goed in dat ene ding of misschien in 1000 dingen. Maar wij zijn goed, nou ja redelijk goed, in miljoenen dingen. En dat maakt ons flexibeler.
Neem bijvoorbeeld het plaatje bovenaan deze blog. Een beeldherkenningsprogramma zal deze illustratie misschien nog wel kunnen beschrijven als een groep mensen die aan het werk zijn. Maar als je aan dat programma vragen zou stellen als: “Zijn dat mensen of robots”? of “Zijn het wellicht zombies?” dan heeft dat programma daar geen antwoord op.
Een mens wel. En wij weten ook nog eens dat als het op maandagmorgen heeft geregend en de favoriete voetbalclub van onze collega heeft verloren en zij net is gestopt met roken we extra voorzichtig moeten zijn met een grapje. Dat alles noemen we gezond verstand.
En wat maakt ons mens? Wij hebben een lichaam en we zijn opgevoed, opgeleid, hebben karaktertrekken, politieke overtuigingen, ethische opvattingen, ambities en levenservaring.
Dat alles gebruiken we als met andere mensen samenwerken, als we problemen doordenken en als we met anderen spreken over onze gevoelens en ideeën. Dat alles helpt ons te voelen wat andere mensen voelen, troost te geven en moeilijke ethische beslissingen te nemen. Dat stelt ons in staat om goede leraren, adviseurs, verkopers, schrijvers, zorgverleners, dokters, politieagenten, loodgieters, managers, etc te zijn.
Straks zullen die bots op veel gebieden echt veel slimmer zijn dan wij. Maar ze missen ons gezonde verstand en ze missen onze ‘human touch’. In een goed team maken we optimaal gebruik van ieders sterke kanten. “Teaming up”, noemen we dat. Cognitieve vaardigheden (IQ) zullen daarom voor ons straks steeds minder belangrijk worden. Daar zijn die machines straks veel beter in. Maar EQ, emotionele intelligentie en SQ, sociale intelligentie, worden daarmee alleen nog maar belangrijker.
Daarom moeten we niet met die machines willen concurreren. We moeten met hen leren samenwerken, we moeten elkaars sterke punten leren gebruiken. We hoeven we niet bang te zijn dat artsen, accountants, apothekers, architecten en ambtenaren (om ons even te beperken tot de letter A) straks worden vervangen door bots. Ze worden straks vervangen door artsen, accountants, apothekers, architecten en ambtenaren die goed met die bots kunnen samenwerken.
PS: Stuur deze blog vooral door naar collega’s en vrienden! Kreeg je ’m zelf doorgestuurd? Abonneer je hier gratis.