De digitalisering en automatisering van beroepen gaat ook de wereld van de farmacie niet voorbij. In deze column schets ik drie ontwikkelingen die de komende jaren zeer grote gevolgen gaan krijgen voor de apothekers en de gehele farmaceutische industrie: ‘plant on a chip’, ‘lab on a chip’ en Big Data.
In de nabije toekomst, ik denk binnen een jaar of tien, krijgen we de ‘plant on a chip’. De voortgaande miniaturisering maakt het mogelijk om op een chipje allerlei kleine mixertjes, motortjes, trechtertjes etc. te bouwen. We krijgen dan miniatuurfabriekjes op een chip, die op microniveau medicijnen kunnen produceren. Dit biedt grote voordelen. Deze micro productieprocessen zijn veel nauwkeuriger dan grootschalige processen, met minder afval, zuiverder stoffen, beter te beheersen processen, minder warmte-ontwikkeling, minder explosiegevaar etc.
Er zijn verschillende toepassingen denkbaar voor dit soort chips. Grootschalige medicijnproductie kan heel eenvoudig plaatsvinden door het parallel schakelen van grote aantallen van dit soort microfabriekjes. Maar waarom zouden we dit beperken tot ‘Big Pharma’? Een beperkt aantal van dit soort chipjes kan ook thuis worden geplaatst in je eigen 3D (medicijnen)printer. Dan print je dus gewoon je eigen medicijnen. Of waarom niet meteen in het lichaam? Dit vervangt dan niet alleen allerlei lompe ouderwetse medicijnenpompen, maar ook het werk van de traditionele apotheker.
Lab on a chip
De ‘plants on a chip’ komen er aan, maar de ‘labs on a chip’ zijn er nu al. Bijvoorbeeld de (nu nog) experimentele contactlens van Google die continu het insuline niveau in het oogvocht monitort. Mensen met diabetes hoeven daarmee niet meer elke dag bloed te prikken. Dat continu monitoren geeft inzicht in de relatie tussen gedrag en de bloedsuikerspiegel. Als dit wordt gekoppeld aan medicijnafgifte (of inname) die de ‘normale’ waarden herstellen, komen we op het gebied van de preventiemedicatie. Een ontwikkeling van onderop die we als samenleving alleen maar kunnen waarderen en stimuleren. Van cure naar preventie is immers veel effectiever en goedkoper. Maar helaas niet zo lucratief voor de winstgedreven partijen.
Big data
Er komen intussen steeds meer, steeds goedkopere en steeds betrouwbaardere zelftests met bijbehorende life-style apps beschikbaar die deze preventiebeweging ondersteunen. Er zijn dan ook al miljoenen mensen die continu allerlei lichaamsfuncties monitoren; de quantified self beweging. Zij slaan deze gegevens op, delen ze vaak met elkaar en op basis daarvan voeren ze allerlei aanpassingen in gedrag, eetgewoonten, etc. door.
De enorme hoeveelheid gegevens die zo beschikbaar komt, moet natuurlijk worden gelezen en begrepen. We komen dan op het terrein van de Big Data en de zelflerende systemen. In een eerdere column heb ik het al gehad over de zelflerende supercomputer Watson die veel van het werk van artsen zal gaan overnemen en nu al de beste oncoloog van de wereld is. Die systemen zijn beter dan zijn menselijke collega’s en weten hun weg te vinden in de enorme hoeveelheid beschikbare onderzoeksgegevens. Op basis van hun kennis zijn ze uitstekend is staat om de beste diagnose en behandelingswijze aan te geven. Het is dan niet zo vreemd om te voorspellen dat er binnenkort zelflerende systemen zullen komen die in staat zijn om alle contra-indicaties etc. van mogelijke medicijnen aan te geven en zelfs de persoon specifieke werking van medicijnen kunnen voorspellen.
De laatste apotheker?
Wat is dan nog de rol van de traditionele apotheker? Zie die vraag in het licht van de nabije toekomst waarin we in het lichaam steeds meer microsensoren (‘labs on a chip’) mogen verwachten die continu afwijkingen monitoren en die dan ook nog eens gekoppeld zijn aan ‘plants on a chip.’ Wie het weet mag het zeggen.
© Peter van der Wel (12016)
PS: Interessant? Stuur deze blog dan vooral door een collega of vriend! Kreeg u ’m zelf doorgestuurd? Abonneer u hier gratis
PPS: Wilt u maandelijks als eerste mijn nieuwste blog ontvangen? Geef u hier op voor gratis toezending