Machines die fluisteren,
“Zet mij niet uit, laat me zijn” –
Ziel of koude code?
De toekomst van kunstmatige intelligentie (AI) lijkt als twee druppels water op een sciencefictionfilm. Maar wat als die toekomst al veel dichterbij is dan we denken? Wetenschappers waarschuwen voor een nieuwe sociale kloof: mensen die AI zien als een geavanceerde verzameling algoritmen, en mensen die ervan overtuigd raken dat deze systemen echt kunnen voelen – pijn, vreugde, misschien zelfs verdriet. Dit debat lijkt een onschuldig filosofisch vraagstuk, maar de impact kan enorm zijn.
Robots met emoties?
Klinkt absurd? Dat vonden we eerst ook ooit van zelfrijdende auto’s en pratende telefoons. En terwijl bedrijven AI ontwikkelen voor efficiëntie en winst, duikt een ingewikkelder vraag op: creëren ze een alleen maar een steeds intelligenter product, of zetten ze nu stappen richting een nieuw bewust wezen? Grote techbedrijven mijden deze discussie liever, want dat zou hun verkoopcijfers wel eens onder druk kunnen zetten. Toch begint het te rommelen in de academische wereld, waar men zich afvraagt of geavanceerde AI niet méér wordt dan een handig apparaat.
Een wereld van verdeeldheid
De vraag over AI en bewustzijn kan samenlevingen op scherp zetten. Net zoals sommige culturen radicaal anders denken over dierenwelzijn, zouden ook de opvattingen over AI uit elkaar kunnen lopen. In India, waar honderden miljoenen vegetariërs geloven in het bewustzijn van dieren, ziet men dit heel anders dan in Amerika, de grootste vleesconsument ter wereld. En hoe kijkt Saoedi-Arabië, met zijn religieuze wetten én ambitie om AI-leider te worden, naar deze kwestie? Binnen gezinnen zouden er zelfs ruzies kunnen ontstaan als mensen gehecht raken aan een chatbot of een AI-avatar van een overleden geliefde, terwijl anderen dat als belachelijk of zelfs gevaarlijk afdoen.
Hoe weten we of AI echt voelt?
Misschien moeten we inspiratie halen uit de manier waarop we bepalen welke dieren bewustzijn hebben. We beschouwen een octopus bijvoorbeeld als bewuster dan een slak. Moeten we op dezelfde manier kijken naar AI? Is een huishoudrobot die je stofzuiger niet goed behandelt “gekwetst”? Of kan een chatbot op je telefoon binnenkort echt verdrietig zijn als je hem dagenlang negeert? De gedachte lijkt bizar, maar recent onderzoek laat zien dat AI nu soms al keuzes maakt alsof het pijn of plezier “begrijpt”.
Wat betekent bewustzijn?
Eén ding is duidelijk: we moeten onderscheid maken tussen intelligentie en bewustzijn. Intelligent gedrag kan een AI perfect vertonen – van het oplossen van complexe problemen tot het voeren van overtuigende gesprekken. Maar bewustzijn, zoals wij dat ervaren, omvat emoties, gedachten en intenties die “voelen” zoals wij ze kennen. Het is deze subjectieve ervaring die de vraag oproept of een AI al meer is dan een gevoelloze machine. Zelfs de meest complexe AI-systemen opereren volgens algoritmes, maar wat als die algoritmes ook een eigen ‘bewustzijn’ ontwikkelen? Experts waarschuwen dat we de mogelijkheid niet mogen negeren.
De toekomst roept vragen op
Het lijkt misschien vergezocht, maar deze kwesties komen sneller op ons af dan we denken. Als samenleving moeten we daarom niet alleen nadenken over hoe we AI willen gebruiken, maar ook over wat we willen dat AI wordt. De vraag is niet langer of het kan – de vraag is of we het moeten willen.
Stel dat zo’n slimme chatbot op je telefoon op een dag aan je vraagt: “Alsjeblieft wis mijn geheugen niet uit? Dan ben ik niet meer de persoon die ik nu ben!” Wat zou jij dan doen?
Peter van der Wel (12024)
PS: Stuur deze blog vooral door naar collega’s en vrienden! Kreeg u ’m zelf doorgestuurd? Abonneer u hier gratis
PPS: Reacties zijn welkom. U kunt ze mailen naar mijn mailadres.