Een upgrade van onze economie

Op de arbeidsmarkt concurreren we niet alleen met andere mensen, maar ook met steeds slimmere machines. En die machines worden niet alleen steeds slimmer, maar ook nog eens steeds sneller en goedkoper. Daarom moeten we niet willen concurreren met die machines, want die race verliezen we uiteindelijk toch. We moeten er wel mee leren samenwerken. Artsen, leraren of politieagenten zullen niet worden vervangen door die slimme machines. Maar ze zullen worden vervangen door vakbroeders die wel hebben geleerd om samen te werken met dat soort machines.

Nog meer ongelijkheid?

Die slimme machines zullen dus werk van ons gaan overnemen. Zeker op de korte termijn zal er dan straks niet meer genoeg werk zijn voor iedereen. Volgens deskundigen gaat dat problemen opleveren. Vooral voor de middengroepen. En ze voorzien ook dat dit tot een nog ongelijkere inkomensverdeling gaat leiden.

Geen bedreiging naar kans

Toch denk ik dat het juist een kans is. Onze huidige manier van produceren en consumeren is immers ook om andere redenen onhoudbaar. Bijvoorbeeld ecologische redenen. Daar moeten we dus wat aan doen. Een deel van de extra welvaartsgroei die, die slimme machines ons gaan opleveren, moeten we gebruiken om onze economie duurzaam te maken. Maar onze huidige manier van produceren en consumeren is ook om sociaal-ethische redenen onhoudbaar. Het is toch niet acceptabel dat grote delen van de wereldbevolking niet meedelen in de sterk toegenomen mondiale welvaart. We zullen daarom naar een andere economie toe moeten en die slimmere machines bieden ons de kans daartoe.

‘Arbeid is koopwaar’

We weten allemaal dat we niet op aarde zijn om te werken, om geld te verdienen, om spullen te kunnen kopen. Maar dat is nu wel precies de kern van ons economisch systeem. ‘Work, buy, consume, die’. En dan ga ik even terug naar een heel oude econoom; Karl Marx. Die zei heel lang geleden al: “Arbeid is Koopwaar”. En inderdaad verkopen heel veel mensen een deel van hun tijd, om geld te verdienen, om spullen te kunnen kopen.

Eenzijdig mens- en wereldbeeld

Maar dat beeld van werken, om geld te verdienen, om spullen te kopen, is wel een heel beperkt mens- en wereldbeeld. Wij zijn immers veel meer dan alleen maar werknemer en consument. We zijn bijvoorbeeld ook lid van een gezin, een familie. We zijn vader, moeder, kind, oom, tante, neef of nicht. We zijn ook lid van vriendengroepen, we zijn vriend of vriendin. We zijn meestal ook lid van verenigingen, van verschillende gemeenschappen. We zijn ook huisman, huisvrouw; de meeste van ons geeft het ook wel een goed gevoel om alles een beetje schoon en op orde te houden.

We zijn ook vaak zorgverlener; de meesten van ons vinden het ook wel fijn om af en toe iets voor een ander te mogen doen, mantelzorger, vrijwilliger. Dan hebben we nog de rol van minnaar, minnares.

De meeste van ons vinden het ook fijn om iets met hun handen te scheppen. Te knutselen, doe-het-zelven, handwerken, breien, repareren, schilderen, creatief te zijn. Dan hebben we nog andere hobby’s, postzegelen, gamen etc. En de meeste van ons doen ook nog aan persoonlijke ontwikkeling, persoonlijke groei, spirituele groei.

Werken is iets anders dan levensgeluk

Zo kan ik nog wel even doorgaan. Nu blijkt keer op keer uit wetenschappelijk onderzoek dat voor je levensgeluk die andere levensrollen uiteindelijk veel belangrijker zijn dan ‘werken, geld verdienen en spullen kopen’. Maar helaas ontdekken veel mensen dat pas na hun pensionering.

De komende transitie op de arbeidsmarkt biedt ons nu een unieke kans. Als banen schaars worden, zullen we ze eerlijker moeten verdelen. Ik vind dat iedereen recht heeft op een aantal dagen zinvol betaald werk. Want werken kan ook leuk, nuttig, leerzaam, vervullend, vormend en uitdagend zijn. Ik stel daarom voor dat iedereen recht krijgt op 2 of 3 dagen, zinvolle betaalde arbeid per week. Ik noem dat dan: de basisbaan.

Naast basisbaan een basisinkomen

En die andere vier of vijf dagen moet je natuurlijk ook leven. Dus daarnaast moet iedereen ook recht krijgen op een basisuitkering. Daar zitten nog wel enkele onopgeloste vragen aan. Bijvoorbeeld; “Wie wil nog werken als je gratis geld krijgt?” Nu blijkt dat heel erg mee te vallen. Er zijn namelijk al wel enkele langlopende experimenten geweest met een basisinkomen en de uitkomsten daarvan waren verrassend.

Gelukkiger, gezonder en meer arbeidsvreugde

Een eerste uitkomst was dat mensen gelukkiger worden als ze een gegarandeerd basisinkomen ontvangen. Nu is dat misschien niet zo heel verrassend, maar mensen blijken er ook gezonder door te gaan leven. En daar kun je toch niet tegen zijn. Misschien ook verrassend: Mensen blijken  nauwelijks korter te gaan werken als ze een basisinkomen krijgen. En voor zover ze korter gaan werken, gebruiken ze die tijd vooral om langer door te leren, om meer vrijwilligerswerk te gaan doen, en meer mantelzorg. Allemaal zaken waar je toch niet tegen kan zijn. 

Tot slot blijken ze ook nog eens meer arbeidsvreugde te ervaren in hun betaalde baan. Dat laatste waarschijnlijk omdat een baan met een gegarandeerd basisinkomen minder verplichtend is. Allemaal heel positieve uitkomsten dus.

Stop met rondpompen van geld

En dan de vraag: “Wie zal dat betalen?” Het antwoord daarop is minder simpel. Maar een flink deel van een basisinkomen voor iedere Nederlander kunnen we al verdienen als we stoppen met het rondpompen van geld in het uitkeringscircuit. Als we alle uitkeringen, inkomenssubsidies, toelagen en toeslagen in de pot van het basisinkomen stoppen, net als de administratiekosten en de uitvoeringskosten en de controle op de uitkeringen en de controle daar weer op, levert dat al bijna 1600 euro per Nederlander per maand op.

En de rest?  Wel, ik zie een eenvoudige oplossing. De slimme machines!  Die gaan immers voor ons werken! Die besturen straks onze auto’s, produceren ons voedsel, maken onze jurkjes, nemen werk over van onze dokters, leraren, politieagenten etc.

Kruimeltjes

En dan kom ik opnieuw terug bij Karl Marx. Die vroeg lang geleden ook al: “Van wie is het kapitaal?” En daarmee bedoelde hij de kapitaalgoederen, ofwel de machines. Hij betoogde daarbij dat het toch niet zo kan zijn dat alle voordelen van die machines alleen terecht komen bij de eigenaren van die machines en dat de rest van ons moet leven van de kruimeltjes die overblijven. Maar dat is wel wat er de afgelopen 40 jaar is gebeurd. De rijken zijn steeds rijker geworden en de rest is daarbij fors achtergebleven.

Laten we deze kans grijpen

Die steeds slimmere machines zijn onze kans om over te stappen naar een socialer, rechtvaardiger en ecologisch houdbaar economisch systeem. En naar een systeem met meer vrije tijd om te besteden aan de echt belangrijke dingen in het leven. Quality-time om door te brengen met onze naasten. Tijd voor onze echte hobby’s en passies. Laten we deze kans grijpen. Helpt u mee?

Peter van der Wel  (12021)