de toekomst van internet (2012)

10 jaar is een lange periode om vooruit te kijken naar de toekomst van het Internet. De echte doorbraak van het internet zoals wij dat kennen (dus het World Wide Web) is net zo’n 15 jaar oud. Dus dat betekent dat bijna alles wat we nu zien op het internet, nog geen 15 jaar oud is. En zoals we weten gaat alles steeds sneller dus over 10 jaar mogen we meer veranderingen verwachten dan over de afgelopen 15 jaar. Konden we ons 15 jaar terug al voorstellen wat er nu allemaal is?

Bijvoorbeeld alle satellietfoto’s van over de hele wereld. Denk aan Google Earth met de mogelijkheid in te zoomen tot op straatniveau.  Alle patenten online. Alle telefoonnummers wereldwijd online, het weer en de weersvoorspellingen van over de hele wereld, duizenden radiostations van over de hele wereld, alle filmrecensies en theaterprogramma’s, de beurskoersen in real time, buienradar, een online routeplanner, nieuwssites, al je vrienden op een website als Facebook of je professionele relaties op Linkedin. Datingsites, Marktplaats waar bijna alles te koop is. Funda voor de huizenmarkt, online winkels, online veilingen, zelfhulpgroepen online, internetbankieren en in effecten handelen ga zo maar door en ga zo maar door. En dan heb ik het eigenlijk alleen nog maar over het traditionele internet. 

Sinds de smartphone kennen we ook al die handige Apps. Voor bankieren, voor treinreizen, voor heel veel games, voor uitzending gemist, voor twitter en skype, voor treinreizen en filekaarten, soundcloud en de Whatsapp. Allemaal zaken die in ons gedrag wezenlijk veranderen en soms diep in het leven van alledag ingrijpen.

Verbazingwekkend eigenlijk dat dit allemaal binnen 15 jaar is ontstaan. Eigenlijk is het onvoorstelbaar en wat misschien nog het meest verbazingwekkend is…………… we zijn kennelijk helemaal niet verbaasd dat dit nu allemaal mogelijk is. Als ik 15 of zelfs 10 jaar terug voorspelde dat er zoiets aan zat te komen, werd ik meestal niet geloofd. Men kon zich dat gewoon niet voorstellen. De mensen wierpen tegen dat dit technisch onmogelijk zou zijn, maar bovenal dat dit niet te betalen zou zijn. Dus als ik u toen zou hebben gezegd dat het ook nog eens allemaal gratis zou zijn, zou u mij voor een fantast, een dromer, of op zijn best een idealist hebben uitgemaakt. En toch is het er nu allemaal. Dat brengt mij bij de eerste les van het internet. We moeten leren meer te geloven in het onmogelijke.

Dan de tweede les. Ook als ik als deskundige 10 jaar terug over de toekomst van het internet sprak, zag ik dat vooral als een soort TV, maar dan interactief. Dat was het model. Als we het internet toen zouden hebben vergeleken met een soort Wikipedia zou iedereen hebben gezegd dat zoiets niet zou kunnen bestaan. Het zou niet alleen praktisch onmogelijk zijn, maar ook sociaal. Welke idioten zouden samen gaan werken aan zulke producten? En wie zou dat moeten organiseren? En dan al die mobiele Apps. Werkelijk voor elke toepassing is er wel een app. Voor het meten van mijn bloeddruk tot aan dermatologisch onderzoek.  En toch is dat er nu allemaal.

Ik heb daarom een simpele boodschap. Als we over de komende 10 jaar van het internet denken dan moeten we niet denken aan een verbeterde vorm van het bestaande internet. Natuurlijk moeten we wel denken aan netwerk van computers. Verspreid over de hele wereld. Een netwerk van desktops, laptops, servers, smartphones, allerlei soorten tablets en handhelds, i-watches, I-Glasses en allerlei andere apparaten, allemaal met elkaar verbonden.

Eigenlijk zou je het internet kunnen zien als één groot virtueel apparaat. Al onze, telefoons, handhelds, laptops, camera’s, microfoons en met internet verbonden apparaten kunnen we dan zien als de toegangen naar deze machine. Die machine is dan wel het meest betrouwbare apparaat ooit gemaakt. Sinds zijn ontstaan is het internet altijd in gebruik geweest. Nog nooit 1 seconde buiten gebruik. Niet voor reparatie, voor onderhoud, voor pech, nooit gecrasht…… Geen enkele machine door de mens gemaakt, heeft dit ooit eerder gepresteerd

Over 10 jaar zal die machine nog veel verder zijn door geëvolueerd. Het internet is nu al één grote, de hele wereld omvattende machine. Hoe moeten we ons die machine dan over 10 jaar voorstellen? Hoe groot is die machine dan? Hoeveel apparaten hangen er in dan in deze machine? Wat kan die machine allemaal?

Laat ik proberen u een beeld te geven. Laten we beginnen met het internet van nu. Alle informatie loopt nu via knooppunten, met een enorme snelheid en wordt op heel veel plaatsten opgeslagen. Je zou het internet kunnen zien als één grote vibrerende, pulserende machine. De getallen waarmee deze machine werkt zijn nu al zo gigantisch dat ze ons eigenlijk niet veel meer zeggen. Het dataverkeer bijvoorbeeld: dat is 100 X de totale inhoud van de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag per seconde (!) en dat verdubbelt nog jaarlijks.

Deze machine verbruikt nu al 10% van de totale wereld elektriciteitsproductie. Vergelijk deze machine eens met onze hersenen. We zien dan dat het aantal verbindingen op het internet het aantal verbindingen (synapsen) in de menselijke hersenen al ruim is gepasseerd. Enigszins versimpeld zouden we kunnen zeggen dat het internet nu wat rekenkracht betreft, al meer capaciteit heeft dan de hersenen van een mens. Van uw hersenen bijvoorbeeld. Maar uw hersenen verdubbelen niet elke jaar!

Die machine heeft dus nu al ruim de capaciteit van een stel menselijke hersenen. Over 10 jaar komt de processing power van het internet overeen met 6 miljard menselijke hersenen en in 2040 zal de geesteskracht van het internet als dat zo doorgaat die van de mensheid ver overstijgen.

Maar het internet zal over 10 jaar een ander internet zijn dan nu. Op de eerste plaats krijgt internet geleidelijk aan steeds meer een fysieke representatie. We hebben nu al allemaal schermen thuis, aan de muur, in onze hand. Zoals ik al zei, zou je ieder scherm als een venster, een raam, een toegangspoort naar het internet kunnen zien. Maar internet heeft allang niet meer alleen schermen als toegangspoort. Overal zijn nu ook al camera’s, microfoons, luidsprekers en allerlei soorten sensoren met het internet verbonden. Internet heeft daardoor steeds meer zintuigen, ogen, oren en sensoren gekregen. Dat zet zich in de toekomst nog veel verder door. In steeds meer producten komen immers chips te zitten, die met elkaar en via het internet communiceren. Voorwerpen, mensen, producten en apparaten worden daardoor niet alleen traceerbaar, maar ze krijgen ook een geheugen en een stukje ingebouwde intelligentie. Via hun verbinding worden ze als het ware in het internet ‘gehangen’. We krijgen dan het internet der dingen. Uw auto geeft zelf aan dat hij naar de garage moet voor een reparatie of een servicebeurt. De garage wordt automatisch gewaarschuwd dat u er aan komt. U bent nooit meer uw bril of uw sleutels kwijt want u kunt ze ‘googelen’. Uw huis anticipeert op u met de verwarming, het licht, uw oven etc etc. Uw huis weet wat uw wensen zijn. De mogelijkheden zijn onuitputtelijk. 

Dat geldt niet alleen voor voorwerpen en mensen, het geldt ook voor informatie. Nu al wordt steeds meer informatie webbased.  Foto’s, documenten, spreadsheets worden steeds meer onderdeel van het web, of de cloud zoals we dat nu nog noemen. Denk aan toepassingen als Flicker, Googletalk, GoogleWord, Gmail etc. Informatie komt steeds minder los van het web te staan. Niet alleen voorwerpen, maar ook elk document, alle foto’s, alle muziek, alles wat digitaal is, krijgt een stukje van het web in zich. Alle media, Tv, film, video. Telefoon, podcasts, kranten, boeken, muziek, e-mail, blogs, websites, tijdschriften, radio etc, zullen steeds meer elementen van elkaar overnemen, zullen elkaar onderling versterken, zullen onderling verbonden zijn. De virtuele machine is dan echt overal om ons heen.

Omgekeerd vindt er ook virtualisatie plaats. We gaan allemaal de computerkracht (de rekenkracht) van ‘De gehele  Machine’, van het gehele net gebruiken. Het maakt niet meer uit of je je pc gebruikt, je notebook, je pc, je horloge of de chip in je schoen. Als je ingelogd bent op internet heb je toegang tot je eigen informatie en gebruik je de rekenkracht van het hele netwerk. ‘Computing power’  wordt daarmee steeds meer losgekoppeld van de hardware. Dat is een slag waar we nu al middenin zitten, waar vooral een bedrijf als Google goed in is. Niet meer een eindig aantal servers, maar gebruikmaking van processorkracht waar die beschikbaar is. Systemen als Bittorrent en andere peer-to-peer toepassingen zijn daar voorbeelden van, of Usenet (al veel ouder). Ook de informatie wordt dan opgeslagen en verdeeld over het hele net.

De Machine wordt intussen ook steeds slimmer. Allerlei hulpprogramma’s worden ingebouwd in het web. Niet alleen zoekprogramma’s, maar ook beslissingsondersteunende programma’s en persoonlijke databases. De Machine kan daardoor steeds beter anticiperen, zaken in verband brengen, toekomstige ontwikkelingen voorspellen, onze toekomst voorspellen. (binnen statistische grenzen). De Machine leert ons ook steeds beter kennen, onze voorkeuren, onze gewoonten. De Machine wordt alom tegenwoordig, gaat onze gehele omgeving omvatten, als een wolk om ons heen.

Dit alles zal leiden tot een soort omdraaiing. Machines zijn niet langer alleen maar extensies van de mens, maar omgekeerd worden mensen tegelijkertijd ook extensies van De Machine. Het internet “weet” dan welke gegevens met elkaar verbonden zijn. Ze kent het begrip Amsterdam (daar woon ik) en kan dat koppelen aan voorwerpen en mensen die iets met Amsterdam te maken hebben. Ook voorwerpen en mensen krijgen dus unieke herkenningsgegevens. Via RFID of wat voor techniek dan ook kan het internet deze zaken identificeren.  Mijn vliegtuigstoel is dan verbonden met mij, met mijn vliegreis,  met mijn voorkeuren voor de maaltijd, welke films ik nog graag wil zien, etc. Deze fase van het internet noemt men wel Web 4.0. of ook wel het slimme internet der dingen.

Je deelt dan je gegevens met De Machine, en daardoor ook met anderen. Willen we dat wel? Web 4.0 is in ieder geval veel persoonlijker en dat betekent een veel grotere stap dan alleen maar het verbinden van je computer of van webpagina’s. In web 4.0. gaat het namelijk niet alleen om het verbinden van zaken en allerhande voorwerpen, maar om voorwerpen met daaraan toegevoegd allerlei soms heel persoonlijke informatie. De Machine is dan ook een database der dingen. Alles specifiek, uniek en met elkaar verbonden.

Web 4.0 heeft veel voordelen. De machine “weet” bijvoorbeeld dat ik verbonden ben met mijn vrienden. Een aantal daarvan woont ook in Amsterdam. We kennen nu tientallen sociale websites zijn. Linkedin, Facebook, Plaxo etc . In web 4.0. hoef ik niet steeds weer al die gegevens bij te houden of op te geven. De Machine doet dat voor mij. Denk aan de voordelen die dit kan bieden, niet alleen bij het boeken van een vliegtuigstoel. Maar er zitten ook andere kanten aan web 4.0. Privacy en machtsvragen bijvoorbeeld.

Maar we zijn er nog niet. Dat was Web 4.0. De komende 10 jaar komen we in fase 5 van het internet. Wij (De Machine en wij mensen) worden steeds meer wederzijds afhankelijk van elkaar. Misschien hoef ik me dan bijvoorbeeld mijn eigen telefoonnummer of bankrekeningnummer niet meer te herinneren. Ik vraag het gewoon aan het Web. Of nog eenvoudiger, het internet herkent mij al aan mijn stem, of uiterlijk en vult die gegevens zelf wel in. Ik hoef dan steeds minder te onthouden. Alles zit in het Net, in De Machine. Is dat zo erg? Laten we het eens vergelijken met de bestaande afhankelijkheid van een andere oudere technologie: het schrift. Ook die afhankelijkheid heeft de wereld veranderd. We kunnen ons nu de wereld zonder het schrift niet meer voorstellen. De vraag is hoe de wereld er uit gaat zien in fase 5 van het internet.

Veel mensen zien in de toekomst nog een soort virtuele digitale wereld naast de reële, fysieke wereld. Ik geloof daar niet in. Ik denk dat de wereld van de atomen en de bits met elkaar zullen versmelten. Denk aan de bestaande voorbeelden van augmented reality, maar dan veel ingrijpender. Dat roept een aantal zeer wezenlijke vragen op. Hoe zou je nu de fase daarna kunnen noemen, de fase waarin de netwerkwereld en de reële wereld samensmelten? En, misschien nog veel belangrijker, kun je je nog als individu hiertegen verzetten? Al je computers uit het raam gooien helpt niet meer, als iedereen om je heen meedoet, als alles om je heen voor een groot deel al gevirtualiseerd is. Je leeft in een connected World, een wereld waar je allang onderdeel van bent geworden, of je dat nou wilt of niet. Zou je je daar nog aan kunnen ontrekken? Is het nog mogelijk om dat te ontkennen? (allemaal haarlak op je nummerbord, geen telefoon, aluminiumfolie op je hoofd 😉  )

In fase 5 zijn wij dan zelf onderdeel van het web, het net, De Machine. Dus denk aan de komende 10 jaar. Die machine wordt niet het WWW, maar dan beter. Net als het web niet gewoon TV is, maar dan beter. Het wordt iets heel anders.

Het web wordt slimmer, persoonlijker en (bijna) alomtegenwoordig. Het kan anticiperen, zaken in verband brengen. Het kent ons, onze voorkeuren, onze gewoonten en onze toekomst. Het is alom tegenwoordig, gaat onze gehele omgeving omvatten, als een wolk om ons heen. Het wordt iets nieuws, iets totaal anders. De Machine wordt wereldwijd. Het wordt een nog grotere machine. We kunnen het ook zien als één groot organisme. Het is de ene (we zoeken nog wel een beter woord). Wij zijn De Machine, De Machine zijn wij.

© Peter van der Wel 2012/14

PS: Stuur deze blog vooral door naar collega’s en vrienden!  Kreeg u ’m zelf doorgestuurd?  Abonneer u  hier gratis

PPS: Wilt u maandelijks als eerste mijn nieuwste blog ontvangen? Geef u  hier  op voor gratis toezending