Tien jaar terug geloofde bijna niemand dat in het jaar 2002 meer dan de helft van de Nederlanders op het Internet zou zitten. En ze geloofden al helemaal niet dat er dan meer dan 12 miljoen mobiele bellers zouden zijn. Ook nu zijn er veel mensen, die denken dat alles wel bij het oude zal blijven, of op zijn hoogst heel langzaam zal veranderen. Helaas geldt dat ook voor veel beleidsmakers en dat zal de komende jaren tot veel problemen leiden en veel kansen onbenut laten.
Allereerst moeten we als Nederlandse samenleving nog steeds leren omgaan met de voortdurende veranderingen die het internet over ons uitstort. Zo moet de overheid nog steeds leren wennen aan de transparantie die ontstaat als overheidsinformatie ook via het internet beschikbaar is. Zo moeten onze wetgevers nog steeds leren omgaan met in Nederland verboden producten (Viagra, gokken) die je gewoon via internet kunt bestellen in landen waar andere wetten gelden. En wanneer komt er eindelijk een methode om veilig elektronisch te stemmen via het internet? Maar ook het bedrijfsleven moet nog leren omgaan met het internet. Online aankopen doen blijft nog steeds een crime. Er is nog steeds geen betrouwbaar en simpel betalingssysteem voor aankopen via internet. En wat zal er gebeuren met tussenpersonen zoals reisbureaus en verzekeringsagenten?
Datzelfde verhaal geldt ook voor de rest van de samenleving. Onlangs werd eindelijk de laatste Nederlandse school aangesloten op Kennisnet, maar echt vernieuwend educatief gebruik van het internet is er nog nauwelijks. Artsen worden dagelijks geconfronteerd met patiënten die met de computeruitdraai over hun eventuele kwaal in de hand de wachtkamer binnenkomen. En wat te denken van de onveiligheid van het net, met al zijn virussen en hackers? Alleen al het “I-love-you” virus bijvoorbeeld, heeft volgens schattingen voor meer dan 2 miljard euro schade aangericht.
Maar ik voorzie een nog veel groter probleem. Internet was een onverwachte innovatiegolf. Die golf begon tien jaar geleden en we zitten er nu midden op. Maar er zijn maar weinig mensen die zich realiseren dat de volgende innovatiegolf nu al weer over ons heen komt. Alles wordt nu geleidelijk aan mobiel! We kunnen nu steeds meer informatie ook mobiel binnenhalen en op het scherm van onze laptop, handheld, PDA, dashboard of telefoon bekijken. Allerlei apparaten gaan nu ook mobiel met elkaar communiceren. De auto met de garage, de weg met de auto en natuurlijk alles ook met het mobiele apparaat bij uitstek, het “mobieltje”. Op die telefoon bijvoorbeeld komt ook een klein cameraatje. Daarmee kun je dingen laten zien aan degene aan de andere kant. Je kunt op je schermpje dan natuurlijk ook zien met wie je belt. Maar je kunt ook bijvoorbeeld in de winkel even de camera gebruiken om thuis te laten zien of iets het product is dat ze hebben besteld.
Die mobiele telefoon zal zich veel verder ontwikkelen. Nu al is het een kleine computer met allerlei extra functies zoals een adressenboek, een calculator, een reiswekker en een spelletjesmagazijn,. Maar wat te denken van betalen met je telefoon? Dat kan nu al op kleine schaal (bijvoorbeeld bij parkeren) maar dat zal snel veel vaker mogelijk worden. Zo’n betaaltelefoon is veel eenvoudiger, veiliger en persoonlijker dan dat gedoe met je chipknip. Je steekt je betaalpas in je telefoon en het geld wordt meteen van je rekening afgeboekt. Je kunt dan overal mobiel betalen. Dan vraagt de kelner in het restaurant. “mobiel of contant”?
Als je dan toch je betaalpas in de telefoon kunt steken, kun je ook denken aan mobiele identificatie. Over een paar jaar hebben we allemaal een elektronische identificatiekaart. De overheid experimenteert daar nu al mee. Zo’n kaart is uitgerust met chips die niet alleen gegevens kunnen bewaren, maar ook met bijvoorbeeld vingerafdrukherkenning kunnen controleren of jij wel de echte eigenaar bent.
Dit opent ook weer ongedachte mogelijkheden voor wat nu heet: “plaatsgebonden diensten”. Je kunt je voorstellen dat je dan persoonlijke en heel precieze informatie krijgt. Eén kilometer voor u is een ongeluk gebeurd, dus minder alvast vaart. Ook heel nauwkeurige weersinformatie kan soms erg handig zijn, bijvoorbeeld op het strand: “Over vier minuten is er een bui bij u ter plaatse”. Of je rijdt dan ergens in Portugal en zoekt een hotel. Je spreekt wat in en dan komt er de boodschap op het scherm, of uitgesproken door een aardige vrouwenstem. In welke prijsklasse zoekt u? Met of zonder zwembad? Zullen wij alvast voor u reserveren? Ja? Dan moet u dadelijk bij de tweede afslag rechtsaf. Maar ook de verpleegkundige aan je bed zal dadelijk met een “handheld” werken. Dus alle informatie direct invoeren op het beeldscherm zoals dat nu al op veel terrasjes in de horeca gebeurt.
Kortom deze tweede innovatiegolf zal opnieuw grote gevolgen krijgen voor de manier waarop mensen met elkaar en met organisaties zoals de overheid of bedrijven om zullen gaan. Omgekeerd zullen overheden en bedrijven dus moeten leren weer met deze nieuwe technologie om te gaan. Denk aan privacyaspecten als je altijd, overal traceerbaar bent. Ook dat zal weer met veel moeilijkheden en discussie gepaard gaan. En bijna niemand staat er nu al bij stil dat deze golf snel verder aanzwelt en niet meer tegen te houden is.
Maar let op! De daarop volgende innovatiegolf komt ook al weer op ons af. De embedded systems, ofwel de supergoedkope chip. Chips worden al dertig jaar, iedere 18 maanden weer de helft goedkoper en dat gaat maar door totdat chips vrijwel niets meer zullen kosten en (dat zijn de voorspellingen) straks overal in zullen zitten. Van schoenen tot stropdassen en van pakken koffie tot koffiezetapparaten. Alles kan dan met alles communiceren en overal zit dan een stukje intelligentie ingebouwd. Dat proces begint nu snel op gang te komen. Steeds vaker worden duurdere producten uitgerust met een op afstand afleesbare chip. Veel paarden en pony’s in Nederland zijn nu al uitgerust met een chip, waardoor de eigenaar traceerbaar is. In fietsen en scooters, in schilderijen en duurdere auto’s zitten chips waardoor ze op afstand zijn op te sporen in geval van diefstal. Zelfs de eerste mensen zijn al uitgerust met biochips die automatisch de gezondheidstoestand monitoren en medicijnen toedienen.
Maar chips kunnen veel meer dan alleen maar informatie opslaan en weergeven. De lab-on-a-chip bijvoorbeeld kan razendsnel en tegen zeer lage kosten de uitstoot van milieuvervuilende stoffen monitoren. Overtredingen van de regels (te snel rijden of de uitstoot van verboden stoffen) worden zo direct gedetecteerd. We kunnen nu nog niet voorzien wat een geweldige impact deze derde innovatiegolf zal hebben. “Denkende” huizen en apparaten? Pro-actieve wetshandhaving wanneer de wetgeving zit ingebakken in die chips? Bijvoorbeeld als verder rijden na een overtreding onmogelijk wordt gemaakt doordat de chip de automotor automatisch uitschakelt? Beleidsmakers wordt wakker! De volgende innovatiegolven komen er al aan.
© Peter van der Wel – augustus december 2002