Gezondheidszorg Anno 2020

Wat zou ik graag een groot scherm aan de muur willen hebben hangen, waarin een virtuele arts zit. Iemand die 24 uur per dag voor mij beschikbaar is en op al mijn medische vragen raad weet. Iemand die mij gerust kan stellen als ik mij zorgen maak over die vreemde vlekken op mijn huid of mij goede raad geeft als ik slaap- of eetproblemen heb. Waarom is die er nog niet? De daarvoor noodzakelijke techniek is immers allang beschikbaar. Vijftien jaar terug bestond ‘Elisa’ al, een computerprogramma dat als een virtuele psycholoog antwoord gaf op al mijn psychische problemen en had ik al een medisch expertprogramma op een CD. En intussen is die techniek al weer veel verder verbeterd.

Wanneer zal ook in de gezondheidszorg de virtuele arts, ofwel de persoonlijke, intelligente, medische adviseur zijn intrede doen? Deze persoonlijke virtuele arts, die voor mij en mijn huisgenoten, persoonlijk ons medisch dossier bijhoudt, vanaf onze geboorte onze levensstijl en gezondheid analyseert en ons adviseert over gezond gedrag. Onze privé-arts, onze eigen lijfarts, die nooit moe is en ons altijd met advies ter zijde staat en op al onze huis-en-tuin medische vragen een antwoord heeft.

Wat moet daarvoor gebeuren? Niet meer dan het koppelen van een aantal bestaande technieken. Bijvoorbeeld de moderne medische expert- en decision support systemen. Er komen steeds meer softwareprogramma’s beschikbaar die artsen helpen de recentst bekende wetenschappelijke bevindingen toe te passen in hun diagnoses. Of die automatische checken op contra-indicaties bij medicijngebruik, of die de diagnosestelling bij röntgenfoto’s en andere onderzoeksgegevens automatiseren. Er komen ook steeds meer systemen die mensen onafhankelijk van een arts of zorgverlener de mogelijkheid bieden tot zelfdiagnose.

Die systemen moeten dan nog wel worden gevoed, met de medische informatie van mijn huisgenoten en mij. Maar dat kan ook al lang. We kennen nu al draadloze systemen van telemonitoring, die via sensoren bijvoorbeeld hartpatiënten of zwangere vrouwen op afstand monitoren. De sensor registreert een afwijking, en waarschuwt de patiënt of zwangere en eventueel meteen ook het ziekenhuis. Ook onze virtuele lijfarts kunnen we op zo’n manier ‘voeden’ met medische informatie

Verder zit ieder van ons al in vele afzonderlijke medische bestanden opgenomen. Als we die nu eens koppelen aan onze virtuele lijfarts. Dat zou de kans op verkeerde of verouderde gegevens een stuk kleiner maken. Nu weet de ene specialist vaak niet wat de andere aan medicijnen heeft voorgeschreven. In het ziekenhuis weten ze echt niet meer wat het consultatiebureau ooit over mijn kinderen heeft opgeschreven.

Ik citeer uit het rapport – Fouten worden duur betaald, een onderzoek naar medische overdrachtsfouten. – ”De feiten zijn schokkend: ruim 8 procent van de Nederlandse bevolking heeft te maken gehad met medische overdrachtsfouten. De totale kosten bedragen 1,4 miljard euro.” Medische overdrachtsfouten ontstaan door het niet goed bijhouden van het medische dossier of vanwege het niet (kunnen) inkijken ervan. Hoofdinspecteur voor de volksgezondheid de heer Kingma becijferde onlangs dat er door dit soort medische missers alleen al bij het voorschrijven van medicijnen per jaar 600 doden vallen en 60.000 onnodige ziekenhuisopnamen plaatsvinden. Invoering van een elektronisch patiëntendossier zou een groot deel van deze fouten kunnen voorkomen.

Zo’n virtuele lijfarts zal zorgen voor een veel betere en veel goedkopere medische zorg. Hij (of zij) zal ook leiden tot een andere organisatie van de zorg. Een zorg waarbij de zorgvraag en de zelfredzaamheid van de patiënt centraal komt te staan. Een zorgsysteem waarbij zorgverleners samenwerken, informatie uitwisselen en de beschikbare kennis vergroten, verbeteren en ontsluiten met de patiënt in het centrum. Ik hoop dat ik niet tot 2020 hoef te wachten op dit systeem. Het is eigenlijk heel vreemd dat de gezondheidszorg in Nederland zo achterloopt met het gebruik van de beschikbare ICT-mogelijkheden. Eigenlijk is het een schande dat wij niet beter gebruikmaken van al die al lang beschikbare technische middelen. Dat wij onnodige doden en slechte behandelwijzen accepteren. Want eigenlijk zou Nederland de beste gezondheidszorg van heel Europa moeten hebben. Juist in een klein, rijk en op ICT-gebied vooruitstrevend land als Nederland zijn alle voorwaarden voor succes aanwezig. De lijnen zijn kort, we zitten allemaal dicht bij elkaar en we zijn rijk genoeg om te investeren in kwaliteitsverbeterende en kostenbesparende ICT. Nederland zou niet volgend moeten zijn bij deze systeeminnovatie maar juist op de rest van Europa vooruit moeten lopen. We zouden dan in 2020 een exportartikel kunnen maken van de goede organisatie van onze gezondheidszorg

Peter van der Wel (12004)

PS: Vond je deze blog interessant? Stuur hem dan door naar collega’s en vrienden waarvan je denkt dat ze hem ook lezenswaard zouden vinden!  Kreeg je ’m zelf doorgestuurd?  Abonneer je hier gratis

PPS: Reacties zijn welkom. Je kunt ze mailen naar mijn mailadres.