verbeterde mensen 1 (2006)

Blijven we wel mens als we langzamerhand steeds meer ICT in onszelf gaan inbouwen? Waar ligt de grens? Mensen met een ingebouwde pacemaker vinden we nog wel echte mensen. Maar er zijn nu al mensen met chips in hun hoofd die hen beter laten horen, zien, lopen of zelfs voelen. Die ‘neuroprothesen’, ofwel elektronica in het brein, gaan een grootse toekomst tegemoet. Blijven we wel mens als we langzamerhand steeds meer ICT in onszelf gaan inbouwen? Waar ligt de grens?

Bij verlammingen, zoals dwarslaesies, kun je de elektrische signalen tegenwoordig al in de hersenen aftappen en zo kun je er ook weer een spier of prothese mee aansturen, en zo de verlamming omzeilen. Zulke neuroprothesen kunnen ook delen van de hersenen vervangen die bijvoorbeeld door een infarct zijn verwoest. Stel, je hippocampus is ernstig beschadigd. Dit deel van de hersenen speelt een rol bij het geheugen. We maken het dan na, hetzij met elektronica, hetzij met een combinatie van chips en zenuwcellen die onderling communiceren. Die hele module plaatsen we dan in het brein. Dit lijkt wellicht sciencefiction, maar daarmee wordt nu al geëxperimenteerd bij ratjes.

We kunnen trouwens op het moment wachten dat deze neuroprothesen krachtiger zijn dan onze eigen hersenen. De Wet van Moore, hij is een van de oprichters van chipfabrikant Intel, voorspelt dat er tussen 2020 en 2030 computers zullen zijn met meer capaciteit in informatieverwerking dan de menselijke hersenen. Nu richt de wetenschap zich nog op het genezen van patiënten, maar straks staat deze kennis ook ten dienst aan gezonde mensen die iets extra´s willen. Bijvoorbeeld een informatiemodule met de Chinese vocabulaire erop. Dat scheelt een hoop stampwerk. Nooit meer iets vergeten omdat het allemaal is vastgelegd op je geïmplanteerde geheugenprothese.

Natuurlijk hoeven die gegevens en die extra hersencapaciteit helemaal niet intern te worden ingebouwd. De eerste draadloze verbindingen van en naar de hersenen zijn intussen ook al getest. Met zo’n draadloze neuroprothese kun je continu in verbinding staan met ‘s werelds grootste databases, snelste computers en……natuurlijk ook met andere mensen met zo’n verbinding in hun hersenen. Telepathie, helderziendheid en nog wat van die vaardigheden die we alleen uit sprookjes kennen, zijn dan opeens werkelijkheid.

Minder sciencefiction zijn de ‘verbeterde’ ogen en oren. Blinden die weer kunnen zien via lichtgevoelige chips, aangesloten op hun netvlies. Doven die weer kunnen horen via een cochleair implantaat. Via een retina chip kunnen blinden nu al weer licht en donker en contouren onderscheiden. Ook hier speelt de Wet van Moore. Deze chips worden steeds beter en op een dag kan zo’n chip meer dan echte ogen en oren.

Een elektronisch verbeterd netvlies, lijkt me in een aantal situaties een uitkomst. Infrarood is erg handig voor nachtzicht, bijvoorbeeld voor politieagenten (en boeven!). Ook ultraviolet zicht kan handig zijn, bijvoorbeeld voor boeren die willen nagaan of hun gewassen wel gezond groeien. Voor ouderen die problemen krijgen met veraf of juist dichtbij zien, is een instelbaar elektronisch netvlies een enorme belofte.

Trouwens, als je daarmee op grote afstand scherp kunt zien, zeg maar een ingebouwde verrekijker, lijkt zo’n verbeterd oog mij voor eigenlijk iedereen wel erg handig. Je kunt dan ook websurfen in je oog. Op zo’n elektronische retinachip kun je dan immers videobeelden downloaden. Dan heb je nooit meer een beeldscherm of een virtual reality bril nodig.

Dat speelt natuurlijk ook bij verbeterde oren. Op afstand scherp stellen op een gesprek verderop is niet alleen voor spionnen handig. Je hebt dan geen hulpmiddelen meer nodig zoals oortelefoontjes of luidsprekers. Bij een concert stemmen we dan gewoon allemaal af op de centrale geluidsinstallatie en horen we alles in ons implantaat. We hebben dan geen last meer van storend afgaande mobieltjes want die gaan dan nog alleen in het implantaat af van degene voor wie het bestemd is. Het wordt dan wel lastig in gezelschap, als je niet meer weet of je gesprekspartner wel naar jou luistert of naar een onzichtbare andere geluidsbron. Nog lastiger wordt het overigens als je dan bestookt wordt door ongewenste geluidssignalen, bijvoorbeeld ongewenste reclameboodschappen. Ik hoop dat er dan wel een uitknop zit op dat implantaat.

Wat moeten we aan met zulke technologisch verbeterde mensen? Wanneer is een zo verbeterd mens geen ‘echt’ mens meer? Met 10% in de hersenen ingebouwde ICT? 30%? 60%? 90%? Dit is een heel relevante vraag met niet alleen een filosofische betekenis. Op die vraag ga ik in deel 2. van deze column in.

© Peter van der Wel – (02006)