De digitale tweelingen komen er aan. Computerprogramma’s die op jou lijken, met jouw voorkeuren en jouw herinneringen, die voor jou beslissingen kunnen nemen en die ook allerlei taken van je kunnen overnemen. Die online contact kunnen houden met je klanten en simpele (of misschien wel heel complexe adviezen) kunnen geven.
Op de foto hierboven zie je twee kinderen met een Tamagotchi. Dat was een soort virtueel huisdiertje dat woonde in een klein computertje en dat de hele dag door aandacht en zorg nodig had.
Als je het beestje te lang verwaarloosde kwijnde het weg of ging zelfs (virtueel) dood. Grote kindertrauma’s waren soms het gevolg. De Tamagotchi was een (primitieve) virtuele robot.
In Japan (daar kwam de Tamagotchi vandaan) zijn er alweer allerlei soorten nakomelingen van de Tamagotchi en hele volksstammen Japanners hebben dit soort virtuele wezentjes op hun mobiele telefoon en zorgen er liefdevol voor. De Tamagotchi is een voorbeeld van een virtuele persoonlijkheid met een eigen karakter en eigenaardigheden. De Tamagotchi was echter nog maar het begin. Die virtuele robots kunnen binnenkort de gedaante aannemen van virtuele sprekende mensen. Denk aan een virtuele Britney Spears, of Frans Bauer met ook echt het karakter van Britney of Frans. Of denk aan virtuele historische personen met een echt karakter. Voor educatieve doeleinden zal een ‘echte’ levende Karel de Grote of Newton of Christoffel Columbus geweldig zijn! Of wat te denken van een virtuele privé arts of privé leraar die 24 uur per dag voor jou beschikbaar is? Net als de virtuele sprekende loketambtenaar of verkoper van Wehkamp, of virtuele coaches en organisatieadviseurs, of ga maar door.
De volgende stap is de virtuele kloon van mijzelf die voor mij toezicht kan houden op mijn huis, of kinderen, of als gesprekspartner kan optreden als ik even zelf niet in staat ben om een verhaaltje voor te lezen aan mijn kinderen, of op bezoek te gaan bij mijn bedlegerige moeder. Of die voor mij op internet boodschappen kan doen, kan onderhandelen of informatie kan ophalen. De mogelijkheden zijn onbeperkt. Zo’n virtuele kloon van mijzelf kan dan voor mij werken en geld verdienen. Of zou dat niet mogen omdat die klonen op een gegeven moment te menselijk gaan worden en dan ook burgerrechten gaan krijgen? En waarom dan ook geen virtuele overleden echtgenoten, vaders of kinderen als ‘levend’ gedenkteken? Of als troostgever of zelfs als raadgever? Adviseren over het graf heen is dat dan. Een beetje morbide misschien? Ik kan me voorstellen dat er streng gelovigen zijn die dit helemaal niet zien zitten. Maar mensen die hun partner verloren hebben misschien juist weer wel.
Ongeloofwaardig allemaal? Welnee, ik zie vier ontwikkelingen binnen de ICT die als ze samenkomen deze virtuele klonen opleveren. Om te beginnen komen er steeds betere ‘talking heads’. De spraaktechnologie verbetert steeds verder. Er zijn intussen levensechte spraakstemmen beschikbaar die digitale teksten omzetten in natuurlijk klinkende spraak. Ook de visualisatie wordt steeds beter. De virtuele gezichten bewegen steeds meer spieren, waardoor ze steeds levensechter gaan spreken en kijken. En niet alleen worden deze technieken steeds levensechter, ze worden ook in rap tempo steeds goedkoper. Digitaliseerde talking heads ontwikkelen zich snel verder door omdat in gebruik zijn in computeranimaties, games en op websites en veel goedkoper zijn dan het gebruik van echte mensen.
De tweede ontwikkeling is de voortdurende verbetering van digitale expert- en kennissystemen. Een thermostaat en een cruisecontrole zijn simpele expertsystemen. Deze systemen kunnen vele soorten beslissingen ondersteunen en automatiseren en zo veel geld besparen. Bij het grote publiek bekende expertsystemen zijn de schaakcomputer, de automatische piloot in het vliegtuig en de Google Car die helemaal autonoom rijdt, maar intussen zijn er al voor veel meer kennisdomeinen, kennissystemen beschikbaar. Voor juridische advisering, medische advisering, belastingtechnische en andere financiële advisering, taalkundige advisering en allerlei technische advisering. In allerlei branches zijn dit soort beslissingondersteunende systemen al ingeburgerd en ook deze ontwikkeling gaat autonoom verder.
De derde ontwikkeling staat wel bekend als ‘affective computing’. Hieronder verstaat men het signaleren en weergeven van menselijke emoties. Er zijn al allerlei apparaten die onze fysieke respons kunnen meten (hartslag, transpiratie, elektrische geleiding van de huid). Deze fysieke respons is de weerslag van opwinding of inspanning. Ook dit ontwikkelt zich snel verder. Zo leren computers intussen ook steeds complexere emoties te onderkennen en ze leren daarop te reageren en zelf ook deze emoties te ‘vertonen’. Computers ‘leren’ om gezichtsuitdrukkingen, of emoties in de klank van een stem te herkennen. Het totale scala aan menselijke emoties kan, naar ik mij heb laten vertellen, worden teruggebracht tot 22 basisemoties: angst, woede, vreugde, verveling, walging, opwinding, verlangen, wantrouwen, frustratie, dankbaarheid, haat, onverschilligheid, plezier, liefde, lust, pijn, vreugde, trots, verdriet, tevredenheid, schaamte en verrassing. Affective computing herkent deze basisemoties en kan deze zelf ook reproduceren. Daarvoor zijn interfaces nodig die emoties kunnen tonen. Computerprogramma’s die kunnen spreken en gezichten hebben. Die zijn er intussen al. Er zijn ook instrumenten nodig om emoties te kunnen registreren. Ook die zijn er al: camera’s, microfoons. En zelfs bewegingen en druk kunnen worden geregistreerd en gereproduceerd.
Ook affective computing ontwikkelt zich verder omdat de communicatie tussen mens en computer nog steeds moeizaam verloopt en er software ontwikkelaar en computerbouwers veel aan is gelegen deze communicatie te verbeteren.
De vierde en laatste ontwikkeling is het gedigitaliseerd opslaan van persoonlijke informatie. Denk aan de digitale opslag van filmbeelden, foto’s, en geluid, maar ook van teksten zoals essays, gedichten, of recepten. De multimedia maken het mogelijk beelden en geluiden uit ons verleden vast te leggen. Zo’n multimediabestand kunnen we ook beschouwen als de digitale vervanger van een deel van ons biologische geheugen. Als deze multimediabestanden eenvoudig toegankelijk zijn helpen ze ouderen (en nabestaanden) te herinneren wie we zijn en daarvoor worden ze intussen ook al steeds meer gebruikt. Inmiddels is er nog de mogelijkheid bij gekomen om ons karakter vast te leggen. Op internet circuleren vele duizenden persoonlijkheidstesten. De antwoorden op deze testen kunnen we ook vastleggen in de databases die voorkeuren, keuzes, karaktereigenschappen en mentale associaties bevatten.
Ergens in de nabije toekomst zullen deze ontwikkelingen samenkomen. We kunnen dan computersystemen bouwen die een afspiegeling zijn van onszelf. De databases zijn dan de input voor een automatisch beslissingsondersteunend systeem dat denkt zoals jijzelf. Dat computerprogramma gaat dan ook nog eens emoties tonen en herkennen. Geleidelijk aan worden al deze systemen goedkoper en beter. En dan krijgen we afspiegelingen, of afsplitsingen van ons zelf. Virtuele klonen. Dat zijn eerst nog zwakke afspiegelingen, maar geleidelijk aan worden dat steeds betere afspiegelingen met op een gegeven moment zelfs grotere geestelijke capaciteiten dan wijzelf bezitten. Zulke virtuele klonen zullen ons vele voordelen bieden. Ze kunnen ouderen en geestelijk gehandicapten helpen bij het maken van keuzes. Ze kunnen bijvoorbeeld hun medicijngebruik in de gaten houden of zorgen voor aanspraak. Maar uiteraard is het gebruik niet beperkt tot mensen met een handicap. Iedereen kan zijn voordeel doen met dit soort slimme en onvermoeibare bedienden. Zie de voorbeelden aan het begin van dit blog.
Deze digitale tweeling vergeet nooit meer wat en heeft alle informatie altijd direct paraat. Natuurlijk zal dit vele nieuwe vragen oproepen. Na je dood kan zo’n cyber afspiegeling bijvoorbeeld voortleven als herinnering aan jezelf. Is dit dan cyber onsterfelijkheid? En wie is juridische verantwoordelijk voor de adviezen en besluiten van zo’n virtuele kloon? Worden deze virtuele persoonlijkheden de slaven van de toekomst? Of krijgen ze burgerrechten?
De verwachtingen zijn hooggespannen. Zoals internet ons overviel – 25 jaar geleden hadden er buiten de wetenschappelijke wereld nog maar weinig mensen gehoord van dit nieuwe medium – zo zullen de digitale tweelingen binnen 25 jaar ook de hele wereld veranderen en dan vooral de manier waarop wij met elkaar omgaan.
© Peter van der Wel (12012)
PS: Stuur deze blog vooral door naar collega’s en vrienden! Kreeg u ’m zelf doorgestuurd? Abonneer u hier gratis
PPS: Wilt u maandelijks als eerste mijn nieuwste blog ontvangen? Geef u hier op voor gratis toezending