Comfort is saai. Wrijving is sexy.

We hebben de neiging om te bouwen aan veiligheid. Risico’s minimaliseren, problemen voorkomen, barrières opwerpen tegen alles wat schuurt, kraakt of onverwacht binnenkomt. Begrijpelijk — niemand verlangt naar pijn of chaos. Toch schuilt er een paradox in onze hang naar comfort: wat we proberen te beschermen, maken we vaak juist zwakker.

Het geldt in de natuur, in organisaties, in economieën, zelfs in ons eigen menselijk lijf. Complexe systemen blijken verrassend op stress te reageren. Niet te veel stress — maar wel genoeg om uitgedaagd te worden, te leren, te groeien. Zonder prikkels lopen ze vast, takelen af en worden langzaam maar zeker fragiel.

Neem het menselijk lichaam. Een bot dat nooit belast wordt, brokkelt af. Spieren worden sterker wanneer je ze vraagt iets te tillen dat nét een beetje te zwaar is. Ons immuunsysteem wordt sterker door binnendringers te bestrijden, niet door in steriele perfectie te leven. We kennen het van astronauten die na maanden in gewichtloosheid terugkeren met slappere spieren en botten: comfort is geen bondgenoot van veerkracht.

De kracht van kleine brandjes

Of kijk naar ecosystemen. In sommige natuurgebieden probeerde men decennialang elk brandje te voorkomen. Het leek verstandig — vuur is toch gevaarlijk? Tot bleek dat de kleine, regelmatige branden het bos juist gezond hielden. Ze ruimden oude takken op, gaven ruimte aan jonge scheuten, hielden het systeem vitaal. Door elk vuurtje te doven ontstond een berg aan brandstof — met uiteindelijk het gevaar van één verwoestende megabrand. Wat we probeerden te redden, maakten we kwetsbaarder.

In de economie is het niet anders. Bedrijven die jarenlang beschermd worden tegen concurrentie verliezen hun scherpte. Gevolg? Innovatie vertraagt, kosten stijgen, creativiteit verschraalt. Pas wanneer crisis dreigt — wanneer er een nieuwkomer opstaat, wanneer de markt kantelt — worden organisaties wakker geschud. Sommige vallen om, ja. Maar anderen vernieuwen, ontstaan, groeien. De dynamiek die schuren veroorzaakt, is dezelfde die vooruitgang mogelijk maakt.

En dan wijzelf — als individu. We leren niet van succes, maar van mislukking. Niet van de veilige route, maar van het pad dat modderig, onzeker en soms frustrerend is. Kinderen die nooit vallen, leren niet lopen. Jongeren die nooit falen, ontwikkelen geen kompas voor veerkracht. Ook volwassenen verstarren in comfort: een baan die best oké is, een routine die weinig vraagt, een dagritme dat nooit verrast. Tot een crisis — ontslag, breuk, ziekte — ons dwingt te veranderen. Pijnlijk, ja. Maar vaak ook het moment waarop creativiteit loskomt, nieuwe mogelijkheden opduiken, richting ontstaat.

Antifragiel

De kern van dit inzicht werd prachtig gevangen in het begrip antifragiel: systemen die niet alleen tegen een stootje kunnen, maar juist sterker worden van stress. Zoals spieren groeien door belasting, zoals bossen ademen door brand, zoals samenlevingen in stormen hun vorm hervinden. Groei ontstaat niet ondanks de frictie — maar dankzij.

Het is een ongemakkelijke les, zeker in een tijd waarin we veiligheid tot hoogste goed hebben verheven. Maar misschien moeten we onszelf regelmatig een vriendelijk brandje gunnen. Niet het allesverwoestende vuur, maar de gecontroleerde hitte die ons wakker houdt. Een uitdaging die prikkelt. Een fout die ruimte geeft om te leren. Een project dat spannend is, maar precies daardoor iets opent.

Zonder stress stagneert groei. Uitdaging is voeding. Te veel bescherming verstikt.
We moeten risico’s dus niet vermijden, maar leren om de juiste dosering stress te omarmen — als brandstof voor een wereld die veerkrachtig, creatief en levend wil blijven

Peter van der Wel (12026)

PS: Ben je het eens met de boodschap van deze blog? (Re)post hem op de socials en/of stuur hem door naar een collega of vriend waarvan je denkt dat ze hem ook interessant zullen vinden!  Kreeg je ’m zelf doorgestuurd?  Abonneer je hier gratis op nieuwe blogs.

PPS: Reacties zijn welkom. Je kunt ze mailen naar mijn mailadres.