We zitten nu midden in de corona crisis. Veel futurologen voorspelden al jaren terug dat deze crisis er aan zat te komen, maar waarom overvalt deze ons dan toch? En hoe zal dit aflopen? Welke indirecte gevolgen zal deze crisis uiteindelijk hebben? Veel is nog onduidelijk en met name de indirecte gevolgen hangen sterk af van de manier waarop wij mensen hierop zullen reageren, maar we kunnen veel leren van het verleden. Als we naar de geschiedenis kijken, blijken zulke crises namelijk veel vaker voor te komen. Zo was het jaar 536 volgens historici misschien wel het slechtste jaar ooit om in te leven. In het voorjaar van 536 vonden er namelijk gigantische vulkaanuitbarstingen plaats ergens in de buurt van IJsland of Noord-Amerika.
De gevolgen waren catastrofaal. Gedurende zeker 18 maanden was de lucht boven Europa en Azië volledig verduisterd door wolken roet, as en zwaveldamp. Op het hele Noordelijk halfrond bleef het winters, mislukten de oogsten en braken ziekten uit. Tot overmaat van ramp volgden er in 540 en 547 nog meer erupties. De gevolgen laten zich raden. Naar schatting een derde tot de helft van de bevolking in Europa kwam om het leven. In 541 brak in het Oost-Romeinse rijk de builenpest uit wat leidde tot een dramatische verzwakking van dit rijk, waar het nooit meer helemaal van herstelde. In Europa volgde een eeuw van economische stagnatie en terugval en pas rond het jaar 640 waren er weer de eerste tekenen van economisch herstel.
In 1815 vond de uitbarsting plaats van de vulkaan Tombara op het Indonesische eiland Soembawa. Na twee maanden bereikte de vulkanische as Europa en rapporteerden ooggetuigen er bloedrode zonsondergangen. Ook deze vulkaanuitbarsting beïnvloedde het klimaat wereldwijd: niet alleen in Indonesië maar ook in India en China, Europa, Groenland en de Verenigde Staten daalden de gemiddelde temperaturen, mislukten oogsten en traden hongersnoden op. Op vele plaatsen in de wereld volgden volksoproeren, chaos en paniekreacties. Een ‘chemisch schild’ hing gedurende drie jaar boven Europa met ziekten als chronische hoest en aandoeningen van hersenen en longen als gevolg. Het jaar 1816 ging de geschiedenis in als het jaar zonder zomer.
In 1884 vond opnieuw een enorme uitbarsting plaats in Indonesië nu van de Krakatau, een vulkaan in de zee tussen Java en Sumatra. Ook toen rezen aswolken tot hoog in de atmosfeer en daalde de temperatuur het jaar erop wereldwijd met 1,2 graad Celsius.
Zulke gigantische vulkaanuitbarstingen zouden ook nu weer kunnen plaatsvinden en zullen dan waarschijnlijk juist in onze hoogtechnologische tijd grote gevolgen hebben. Gevolgen voor het vliegverkeer, voor de elektriciteitsvoorziening -denk eens aan elektriciteit van zonnepanelen – maar ook voor de voedselsituatie voor de armeren in deze wereld.
Behalve vulkaanuitbarstingen zijn er recent nog andere nu al weer bijna vergeten natuurrampen geweest. Zonnestormen bijvoorbeeld. In 1859, legde een gigantische zonnevlam het toenmalige telegraaf-systeem – de voorloper van ons huidige telecommunicatienetwerk – volledig plat. Telegraafdraden vonkten, apparatuur smolt en telegrafisten liepen soms hevige elektrische schokken op. Als zo’n hevige zonnestorm nu de aarde zou raken zou dat onze moderne – veel kwetsbaardere – elektronische apparatuur waarschijnlijk volledig van slag brengen of mogelijk zelfs onherstelbaar beschadigen. Satellieten zouden neerstorten of uit hun baan raken. Kwetsbare computersystemen, elektronische apparatuur, zendmasten en elektrische bedrading in onze omgeving en in en rondom huis zou onbruikbaar of volledig vernietigd raken.
Deze natuurverschijnselen zijn voorbeelden van een extreme externe schok op het sociale systeem. Zo’n extreme externe schok heeft dan vaak weer verdere gevolgen voor andere systemen. We zien dan een tot op grote hoogte voorspelbaar domino effect van externe schokken. Bij de vulkaanuitbarstingen begon dit met invloed op het mondiale weer-en klimaatsysteem. Dit had vervolgens weer gevolgen voor de economische systemen, voor de politieke systemen, voor de sociale systemen en uiteindelijk natuurlijk ook voor de mensen die toen leefden. Op deze natuurrampen volgden namelijk wereldwijd misoogsten, ziekten, economische teruggang, volksoproer, politieke ineenstorting, volksverhuizingen en uiteindelijk veranderingen in kunst, cultuur en zelfs filosofie.
De voedseltekorten van 1815 leidden tot rellen en plunderingen, volksoproer en chaos in grote delen van de wereld en overal prijsstijgingen van het voedsel. De wolken vulkaanstof hadden ernstige gevolgen voor de volksgezondheid: tyfus- en choleraepidemieën, dysenterie, hepatitis en chronische hoest. Vulkaanstof vol zware metalen en barium is erg schadelijk voor de bloeddruk, de lever en de nieren, de hersenen en de ademhaling.
Er waren ook grote demografische gevolgen. De migratie uit Europa naar de Verenigde Staten kreeg in de jaren na 1816 een enorme impuls net als in de VS de grote trek naar het Westen. Tot slot nog een voorbeeld uit Zwitserland. Honger en sterfte heersten overal in Zwitserland. Mensen aten uit ellende gewoon gras. Sankt Gallen, een stadje met achtduizend inwoners, werd in 1817 overspoeld door 20.000 bedelaars. Nog een demografisch gevolg. De slachtoffers in Zwitserland waren vooral de jongeren tussen 16 en 25, wat vervolgens weer resulteerde in lage geboortecijfers en een vergrijzend land.
Uiteindelijk werkten de gevolgen zelfs door tot in de culturele sfeer. Mary Shelley en John William Polidori verbleven in de zomer van 1816 bij Lord Byron in Zwitserland. Terwijl ze die zomer binnen bleven vanwege het koude en regenachtige weer, bedachten ze duistere en griezelige verhalen. Daaraan hebben we nu de verhalen over het monster van Frankenstein en over graaf Dracula te danken. In Engeland zien we dat William Turner vanaf 1815 steeds meer oker ging gebruiken in zijn landschappen, net zoals Caspar David Friedrich in zijn Ansicht Eines Hafens.
Wat we hier zien is een volgtijdelijke opeenvolging van oorzaken en gevolgen, die ieder steeds weer een externe schok vormden voor andere subsystemen. Dat maakt het optreden van zo’n externe schok voorspelbaar. We weten dat grote natuurrampen van tijd tot tijd zullen optreden, alleen niet wanneer precies. Komeetinslagen, aardbevingen, zonnestormen, nieuwe epidemieën en vulkaanuitbarstingen zijn (binnen marges) voorspelbaar. En gegeven de eerste externe schok zijn de vervolgeffecten ook voorspelbaar.
© Peter van der Wel (12020)
PS: Stuur deze blog vooral door naar collega’s en vrienden! Kreeg u ’m zelf doorgestuurd? Abonneer u hier gratis
PPS: Wilt u maandelijks als eerste mijn nieuwste blog ontvangen? Geef u hier op voor gratis toezending