Een vleestaks: een slimme investering die niet alleen onze boeren helpt, maar ons allemaal gezonder en duurzamer laat eten.
Minister Sophie Hermans legt dit plan op tafel om de uitstoot van schadelijke stoffen drastisch te verlagen én de boeren te helpen. Het idee is simpel: een kleine heffing op vlees, waarvan de opbrengst direct terugvloeit naar onze boeren. Daarmee kunnen zij investeren in betere leefomstandigheden voor hun dieren en het oplossen van mestproblemen. Zo wordt de landbouw gezonder én duurzamer.
Waarom nu? De nood is hoog. Hermans moet enorme uitstootdoelen halen – wel 16 tot 24 megaton aan broeikasgassen moet verdwijnen. En ook landbouwminister Femke Wiersma zit klem. Zij heeft met stikstofdoelen, klimaatverplichtingen en dierenwelzijnseisen haar handen vol. Een slimme heffing op vlees biedt volgens hen een oplossing voor iedereen. Door de opbrengsten te gebruiken voor milieuvriendelijke innovaties op boerderijen en om duurzaam voedsel betaalbaarder te maken, brengen we een duurzame toekomst dichterbij.
Boeren zijn enthousiast
Het plan komt bij de boeren zelf goed aan. Onderzoek laat zien dat de meeste veehouders bereid zijn mee te werken, zolang de heffing daadwerkelijk terugvloeit naar hun sector voor innovatieve investeringen in dierenwelzijn en milieu. Zo kunnen zij hun bedrijven gezonder en duurzamer maken, zonder het mes te moeten zetten in hun bedrijf. De cijfers uit een rapport van onderzoeksbureau CE Delft zijn overtuigend: met een beperkte vleestaks zouden we maar liefst 2,7 megaton aan CO₂-uitstoot kunnen besparen. Dat is een flinke stap richting een schoner Nederland.
Wat kost het ons?
De vleestaks zou pas in 2027 ingaan, maar de kosten zijn al uitgerekend: voor elke 100 gram kip betalen we straks 20 cent extra, varkensvlees wordt 45 cent duurder, en voor rundvlees komt er 57 cent bij. Niet goedkoop, maar de gedachte is helder. Een deel van dat geld gaat direct naar de boeren, en een ander deel wordt gebruikt om gezond en duurzaam eten, zoals groenten, fruit en plantaardige eiwitten, juist goedkoper te maken. Dat betekent dat we met zijn allen meer keuze hebben voor gezondere en betaalbare opties.
En het werkt! Minder belasting op duurzaam eten betekent dat dit straks gemakkelijker toegankelijk is voor iedereen, terwijl de boeren hun werk kunnen blijven doen zonder op hun winst te moeten inleveren. Het is niet alleen beter voor het milieu, maar ook voor de portemonnee van mensen die toch al vaker voor plantaardig kiezen. En wie nog steeds van zijn stukje vlees houdt, weet dat hij bijdraagt aan een schoner en diervriendelijker Nederland.
Ook steun van VVD en PVV
Dat zelfs VVD en PVV, doorgaans niet happig op nieuwe belastingen, het plan serieus overwegen, zegt veel. Ook zij willen een landbouw waar dieren het goed hebben en de boeren een eerlijke prijs krijgen. En ook LTO Nederland, de belangenorganisatie voor boeren, ziet er heil in. Ze willen een vleestaks vanaf 2025 bespreken, met de voorwaarde dat alles naar de boeren zelf terugvloeit. Met zo’n sterke steun is het aan het kabinet om de vleestaks in de Voorjaarsnota van 2025 op te nemen.
Een stap naar een gezonder Nederland
Ook de burger kan zich in dit plan vinden. Onderzoek uit 2021 laat zien dat maar liefst 74% van de Nederlanders het een goed idee vindt om een vleestaks in te voeren, aldus de koepelorganisatie Nederland Vleesland. Waarom? Niet alleen krijgen de boeren een eerlijke kans, maar we kunnen ook duizenden hectares landbouwgrond besparen, de zorgkosten verlagen en zorgen voor gezondere voeding. Dus laten we eerlijk zijn: met een vleestaks investeren we in een schonere toekomst voor onze boeren, onze kinderen en onszelf. Zo maken we samen Nederland een stukje gezonder en welvarender.
Peter van der Wel (12024)
Deze blog is een update van een hoofdstukje uit mijn boek: De Goede Toekomst.
PS: Stuur deze blog vooral door naar collega’s en vrienden! Kreeg u ’m zelf doorgestuurd? Abonneer u hier gratis