Voorspellingen en vragen uit 2002
Voorspellen is moeilijk. Er is niets zo moeilijk als voorspellen, vooral als het over de toekomst gaat. Ik weet niet meer van wie deze uitspraak is, maar ik vind hem wel mooi. En erg waar. Ik heb een lijst met meer dan 400 uitspraken staan die nooit zijn uitgekomen, en niet alleen van mensen als Bill Gates, of Maurice de Hond. Ik denk dat er twee redenen zijn waarom voorspellen zo moeilijk is. Op de eerste plaats blijken kleine, ogenschijnlijk onbelangrijke gebeurtenissen, achteraf soms hele grote gevolgen te hebben. Toen eind 19e eeuw voor het eerst op grote schaal aardolie werd gewonnen, kon iedereen wel voorspellen dat er heel veel lampen zouden gaan branden. Maar zal er toen iemand de massale komst van de personenauto of van de plastics hebben kunnen voorspellen? Op de tweede plaats blijken wij mensen steeds weer geneigd teveel uit te gaan van het bestaande, en dit gewoon verder te extrapoleren.
Toekomst bijziendheid
Als je met mensen over de toekomst praat, valt vaak een vreemd verschijnsel op. De meeste mensen lijken geneigd het heden te verabsoluteren. Zeven jaar terug geloofde bijna niemand dat in het jaar 2002 meer dan de helft van de Nederlanders op het Internet zouden zitten. En ze geloofden al helemaal niet dat er dan meer dan 11 miljoen mobiele bellers zouden zijn. Datzelfde verschijnsel doet zich nu opnieuw voor. Opnieuw zijn de meeste mensen geneigd te denken dat alles toch vooral bij het oude zal blijven. “Die Internethype is nu wel over en ja, over vijf jaar zal er misschien nog wel wat meer Internet zijn, en wat dan nog!” Het helpt dan om te wijzen op de tijd zeven jaar terug. Voor veel mensen is het een schok als ze zich realiseren dat in 1995 Internet alleen nog maar iets was voor een kleine voorhoede (de freaks) en een mobiele telefoon alleen iets voor zakenlui en patsers.
De wereld in 2009
Hoe zal de wereld er dan uitzien in 2009? Wat zal de elektronische snelweg ons nog meer gaan brengen? Doe uw ogen eens dicht en denk zeven jaar vooruit. Wat ziet u dan? Ik zie mensen, huizen, auto’s en apparaten die allemaal met elkaar verbonden zijn door hele snelle netwerken, via glasvezel, of gewoon draadloos. Maar wat voor gevolgen zal dat hebben voor het leven van gewone mensen zoals u en ik?
Die koppeling van draadloos, tv en Internet zal leiden tot het versmelten van vele toepassingen in en rondom het huis. Domotica heet dat tegenwoordig. Een slim huis dat zelf allerlei functies regelt, verwarming, verlichting, beveiliging etc. Dat “weet” wie er aanwezig is of wie er aankomt en daarmee rekening houdt. Het bad aanzet, de verwarming regelt etc. Hieraan zitten dan ook de communicatiefuncties gekoppeld, videoconferencing heet dat nu nog, maar het zal dan heel normaal zijn om op afstand niet alleen te kunnen praten, maar ook te kunnen zien met wie men spreekt. De kleinkinderen op de videowall bekijken terwijl ze in de crèche zijn, of de grootouders in hun aanleunwoning. Natuurlijk kan dat dan ook allemaal draadloos bijvoorbeeld op het schermpje van de mobiele telefoon.
Het einde van het Internet
De traditionele tv is dan opgevolgd door de interactieve tv met vele duizenden kanalen. Trouwens ook het Internet is dan opgevolgd door de interactieve tv. Voor de meeste mensen is een pc een veel te ingewikkeld iets om achter zo’n schermpje met een toetsenbord allerlei informatie op te halen. De meeste mensen zullen tv kijken. Ze kijken bijvoorbeeld naar een soap, “as the world turns” bijvoorbeeld. Daar loopt een actrice in rond, waar je fan van bent. Je knipt dan met je afstandbediening (het toverstokje van de toekomst) en komt in een ander programma waar je haar huis ziet, of waar je allerlei andere informatie over haar vindt. Je kunt daar ook chatten met andere fans of misschien wel met die actrice zelf (of waarschijnlijk met haar digitale alter-ego). Je kunt ook via je afstandbediening naar de site van Wehkamp, waar je dat leuke jurkje kunt kopen dat die actrice aanhad. Of voor de heren kun je misschien wel naar Christine le Duc, dat kost iets meer, maar daar trekt die mevrouw haar jurkje voor jou uit. Wat je dus eigenlijk ziet is laagjes tv, Internet maar dan veel gebruiksvriendelijker. De eerste laag (de soap) is dan waarschijnlijk gratis, op de andere lagen betaal je voor de extra’s.
Interactieve tv
Op die interactieve tv, of I-tv, of net.tv of hoe die ook gaat heten kun je natuurlijk ook allerlei informatie ophalen. Een soort superteletekst systeem, met beeld en geluid. En je kunt er leren, op afstand. En spelletjes spelen, multigaming bijvoorbeeld, waarbij je zelf de hoofdrol kunt spelen in virtuele werelden, met scripts naar keuze en met talloze deelnemers van over de hele wereld. En dat wordt allemaal heel gebruiksvriendelijk met stemherkenning zodat je nooit meer een pincode of een opdracht hoeft in te typen. Elk apparaat weet dat jij degene bent die bevoegd is om de opdracht te geven (of niet). Ik vermoed dat over vijf jaar tot tien jaar het Internet zoals wij dat nu kennen, een verschijnsel in de marge zal zijn. Binnen vijf tot tien jaar zullen alle Nederlanders via snelle breedbandverbindingen “verrijkt” tv kijken. Technisch gezien zal zo’n gecontroleerd netwerk dus sterk lijken op het Internet, maar het is anders georganiseerd en daardoor is het is betrouwbaarder. De kern van dit netwerk zal dan waarschijnlijk bestaan uit amusementkanalen, (interactieve tv) en informatie. Informatie over de files, de beurskoersen, het weer, het nieuws. En natuurlijk is het ook een Kennisnet. Scholieren, maar ook niet-scholieren kunnen via dit netwerk toegang krijgen tot de elektronische lessen die nu ontwikkeld worden voor de scholen en universiteiten. Op dit gecontroleerde netwerk kun je natuurlijk niet alleen veilig e-mailen en betalen, maar ook videomailen en beeldtelefoneren.
Eind van het Wild West Web
Voor 90 % van de Nederlanders zal zo’n amusement- en informatienetwerk meer dan genoeg zijn. Zij zijn niet geïnteresseerd in surfen langs saaie inhoudelijke informatiewebsites. En dat is maar goed ook want het huidige Internet is door zijn aard en opzet te onveilig en valt niet afdoende te beveiligen. Dat onveilig Internet is niet alleen een probleem bij virussen en hackers, maar bij alle activiteiten op Internet, van surfen tot e-mailen, van e-leren, tot e-handel en elektronisch stemmen. Het Internet is nu intussen echter van zo’n groot maatschappelijk belang geworden dat we ons dat niet langer meer kunnen veroorloven. Alleen al het “I-love-you” virus bijvoorbeeld, heeft volgens schattingen voor meer dan 2 miljard euro schade aangericht. We hebben als samenleving behoefte aan een netwerk waarmee we wel veilig kunnen betalen, waar we zeker kunnen zijn van de digitale identiteit van onze gesprekspartner “aan de andere kant van de lijn”, waarmee we veilig elektronisch kunnen stemmen, waar we geen last hebben van mailbommen, ongewenste spam, waarin de kansen op virussen, hackers zijn geminimaliseerd, waar verbindingen gegarandeerd zijn etc. Het mag niet zo zijn dat er zomaar opeens geen verbinding mogelijk is, omdat lijnen overbelast zijn of servers uitvallen. Dat kan alleen maar worden gegarandeerd als de verantwoordelijkheid c.q. aansprakelijkheid bij duidelijk verantwoordelijke partijen ligt en nooit als het net van “iedereen” is. Daarom zal er een soort netwerkautoriteit komen die niet alleen verantwoordelijk is voor de veiligheid van het net, maar ook over de bevoegdheden en de middelen beschikt om die veiligheid te waarborgen.
Hoe ziet zo’n veilig net eruit?
Net als in de gewone wereld zou de overheid voor zo’n beveiligde netwerk kunnen zorgen, maar zo’n gecontroleerd netwerk kan waarschijnlijk beter door ondernemingen worden aangeboden. We kunnen dan denken aan de provider die zo’n veilig net aanbiedt, maar het kan ook de beheerder van de infrastructuur zijn. We krijgen dan een CasemaNet, KPN- of Planetnet. Deze aanbieders zorgen dan voor de veiligheid, zij sporen misbruikers op en bewaken de firewalls aan de buitengrenzen. Uiteraard is ook een mengvorm mogelijk, een publiek-private samenwerking waarin een (regionale) overheid samen met de netwerkexploitant voor de veiligheid en de diensten zorgt.
We moeten dan denken aan een soort besloten “lokaal” netwerk met een soort netpolitie die aan de “grenzen” de inkomende berichten controleert op virussen en buitenlandse of Nederlandse hackers (het Kournikova virus kwam uit Sneek) en die actief de Nederlandse misbruikers opspoort. Met net als in de niet-virtuele wereld ook een vorm van sociale controle, zoals we nu al bij bijvoorbeeld het meldpunt kinderporno kennen. Dit soort netwerken is wel degelijk te realiseren, sterker nog deze bestaan nu al. Veel bedrijven hebben voor intern gebruik nu al besloten netwerken ingericht. Dit soort netwerken is met een combinatie van technische, juridische, organisatorische en sociale maatregelen beveiligd.
Nostalgische Internet
Er blijft vast ook nog wel een anarchistisch ongeordend netwerk bestaan, dat lijkt op het huidige Internet, waar je via het toetsenbord kunt chatten en meedoen aan discussies in openbare nieuwsgroepen. Usenet en Gopher bestaan per slot van rekening ook nog steeds. Dat anarchistische, chaotische en onveilige netwerk is dan vooral nog in trek bij middelbare scholieren en studenten en andere mensen die dol zijn op html-en en knutselen met programmaatjes en scripts. Het Internet zoals wij dat nu kennen, chaotisch en ongedifferentieerd, zal dan niet meer bestaan. Het is dan opgevolgd door een flink aantal gespecialiseerde netwerken. We zullen dan bijna vertederd nostalgisch spreken over het “oude” Internet.
Alles Mobiel
Televisie en Internet zullen op elkaar gaan lijken, maar ook de mobiele telefoon zal een toegang worden naar de beveiligde netwerk. Via UMTS kun je razendsnel ook mobiel alle informatie binnenhalen en op het schermpje van je mobiel bekijken. Op die telefoon komt ook een klein cameraatje. Daarmee kun je dingen laten zien aan degene aan de andere kant. Je kunt op je schermpje dan zien met wie je belt. Ik denk dat dit de communicatie enorm zal verrijken. Maar je kunt ook in de winkel, bijvoorbeeld even de camera gebruiken om thuis te laten zien of dit het product is dat ze hebben besteld. Of als je een huis wilt kopen, of huren, kun je de thuisblijvers gewoon even laten meekijken. Die mobiele telefoon zal zich veel verder ontwikkelen. Nu al is het een kleine computer met allerlei extra functies zoals een adressenboek, een calculator, een reiswekker en een spelletjesmagazijn, maar dat zal veel verder gaan. Wat te denken van betalen met je telefoon? Dat kan nu al experimenteel, maar dat zal veel verder gaan. Je steekt je betaalpas in je telefoon en het geld wordt meteen van je rekening afgeboekt. Zo’n betaal telefoon is veel eenvoudiger, veiliger en persoonlijker dan dat gedoe met je chipknip. Je kunt dan overal mobiel betalen. Dan vraagt de kelner in het restaurant; “betaalt u mobiel of contant”? De rekening wordt dan gewoon via KPN of Vodafone voldaan. Als je dan toch je betaalpas in de telefoon kunt steken kun je ook denken aan mobiel identificeren. Over een paar jaar hebben we allemaal een elektronische identificatiekaart. De overheid experimenteert daar nu al volop mee. Zo’n kaart is uitgerust met chips die niet alleen gegevens kunnen bewaren, maar ook met bijvoorbeeld vingerafdruk herkenning kunnen controleren of jij wel de echte eigenaar bent.
Plaatsgebonden diensten
De mobiele telefoon leent zich ook uitstekend voor allerlei plaatsgebonden diensten. Via de mobiele telefoon weet men immers precies waar je bent. Je kunt je voorstellen dat je zo persoonlijke en heel precieze reisinformatie krijgt. Daar- en daar is vlak bij u een ongeluk gebeurd, dus kies een andere route, of ga eerst maar eens koffiedrinken onderweg. Ook heel nauwkeurige weersinformatie, kan soms erg handig zijn, bijvoorbeeld op het strand. “Over vier minuten is er een bui bij u ter plaatse”. Ook speciale aanbiedingen zijn mogelijk; “Over 2 kilometer is er een restaurant dat u nu 50% korting geeft”. En denk aan de “mother-in- law tracker”. U kunt op uw schermpje zien of er mensen in uw buurt zijn, die in uw telefoon zijn opgeslagen. Altijd handig als je iemand niet wil missen op het popfestival of in het centrum van Amsterdam. Of als je je schoonmoeder wilt ontlopen. Anytime, anyplace, any-device, allways on De mobiele telefoon wordt dus een nieuwe ingang naar het Internet. Dus naast de pc en de tv. De komende jaren zullen daar nog heel wat andere ingangen bijkomen. Er wordt nu al geëxperimenteerd met Internetschermen in de keuken. Bijvoorbeeld op de koelkast of de magnetron. Die apparaten zouden dan ook aangesloten worden op het Internet en met elkaar gaan communiceren. Op zich kan dat handig zijn. En er komt op zeker (of liever ze zijn er al) een hele serie kleine communicatieapparaatjes waarmee je overal je e-mail kunt ontvangen, opdrachten kunt geven en waarmee je altijd verbonden bent met het Net.
Je persoonlijke digitale assistent
Je zou dan vanuit de auto opdracht kunnen geven, alvast het eten aan te zetten, of de verwarming of het bad. In de duurdere auto’s zit trouwens allang Internet ingebouwd. Misschien wordt het dashboard wel één van de belangrijkste toegangen tot Internet. Je rijdt dan ergens in Portugal en zoekt een hotel. Je spreekt wat in, en dan komt er de boodschap op het scherm, of uitgesproken door een mooie vrouwenstem. In welke prijsklasse zoekt u? Met of zonder zwembad? Zullen wij alvast voor u reserveren? Ja? Dan moet u dadelijk bij de tweede afslag rechtsaf.
Spraakherkenning
Dat brengt mij bij spraakherkenning. Ook zo’n ontwikkeling die langzaam maar zeker de hele manier van omgaan met apparaten zal gaan veranderen. Voice responce of spraakherkenning kennen we allemaal wel. De computers waarmee je telefoonnummers kunt opvragen bij KPN of je boodschappen kunt bestellen bij Wehkamp (Jimmie) zijn daarvan de bekendste voorbeelden. Maar dat wordt natuurlijk ook in huis ingevoerd. Je roept de butler (Georg) en vraagt hem de tv op Nederland 1 te zetten. “en het geluid meteen iets harder” . Trouwens het licht mag ook wel wat anders en de verwarming wat hoger. En lees mij daarna mijn emails maar voor”.
Slim huis
Nog een stap verder is het concept van het slimme huis. Dat huis verstaat niet alleen de gesproken opdrachten maar denkt zelf mee. Het zit vol intelligente apparaten die anticiperen op je gedrag. Het weet dat er niemand in de kamer is, dus daar kan het licht nu uit. Het ziet dat je de krant gaat zitten lezen, dus schakelt de leesverlichting in. Zo’n huis bestaat al (Bill Gates heeft er één) maar ook andere rijkere mensen hebben al zulke voorzieningen in huis. Denk aan het automatisch regelen van de temperatuur, het laten vollopen van het bad en het openschuiven van de gordijnen. Dit zou natuurlijk niet alleen heel handig zijn voor rijke mensen, maar ook voor bedlegerigen, zieken, ouderen, invaliden, eigenlijk voor ons allemaal.
2009
Wat voor gevolgen zal die alles hebben voor de manier waarop wij met elkaar omgaan? Hoe zullen onze omgangsvormen veranderen als iedereen in principe altijd bereikbaar kan zijn? Hoe zal het gaan met toezicht in de openbare ruimte als er overal camera’s kunnen staan, of als iedereen de alarmknop op zijn mobieltje kan indrukken? Komt er een vorm van elektronische bestraffing voor wetsovertreders? Elektronisch toezicht en de elektronische enkelband? Is er dan nog privacy voor gewone burgers? Hoe zullen beroepen veranderen als allerlei functies overbodig zijn geworden omdat slimme “bots” en “agents” veel beter en sneller dan hun menselijke tegenhangers voor ons informatie opzoeken of bestellingen doorgeven? Moeten we dan nog in de file om op ons werk te kunnen komen? Zal de werkweek nog verder worden ingekort als veel van het werk zal worden overgenomen door computers en robots? En hoe zal de politiek omgaan met voortdurende elektronische meningspeilingen en met de opkomst van allerlei elektronisch georganiseerde lobbygroepen (zoals nu al de ANWB met haar protesten tegen rekeningrijden) en hoe zal zij leren omgaan met de massamedia die steeds meer de politieke agenda regisseren (en niet alleen met de bonnetjes van Peper). Komt er dan een elektronisch referendum? De ultieme vorm van volksdemocratie?
Peter van der Wel 2002
(Dit artikel verscheen in EPN-nieuws van augustus 2002)