Kun je op basis van patronen uit het verleden de toekomst voorspellen? Zo ja dan zou 2020 wel eens een positief keerpunt kunnen worden in meerdere opzichten. Sociaal, technologisch, economisch en politiek!Om te beginnen met de economie. In de economie kennen we de conjunctuurcyclus. De afwisseling van de zeven vette en de zeven magere jaren, zoals ook al beschreven in de christelijke bijbel. En nog steeds is dit patroon in de economie te ontdekken. Maar niet helemaal. Die conjunctuurgolven duren nooit precies 7 jaar. En niet alleen duren die cycli soms wat langer of korter, ze zijn soms ook heftiger of juist minder heftig dan andere keren.
We weten dus dat er opeenvolgende perioden van economische groei en neergang bestaan, maar we kunnen niet precies het moment van de omslag en de diepte van de volgende recessie te voorspellen. Cycli herhalen zich wel min of meer, maar nooit exact. Mark Twain formuleerde dit zo: history doesn’t repeat itself, but it rhimes.
De huidige periode van economische groei duurt intussen al weer ruim 9 jaar. Tijd dus voor een omslag. Dit is dan een minder positief omslagpunt. Een recessie in de economie leidt meestal tot bezuinigingen in andere sectoren. Bezuinigingen op de scholen, de wegen, het leger etc. Dit kan dan weer leiden tot loondalingen, ontslagen en uiteindelijk misschien zelfs wel tot jouw ontslag of een korting op jouw pensioen.
Maar nu een aantal positieve omslagpunten. Naast de 7-jarige conjunctuurcyclus kent de economie namelijk nog een cyclus van opeenvolgende golven van groei en neergang, de Kondratieff. Deze lange termijn golfbeweging werd al begin vorige eeuw door verschillende economen ontdekt waaronder de Nederlanders van Gelderen in 1913 en de Wolff in 1921. Deze publiceerden hun bevindingen echter in het Nederlands en zij bleven daardoor lange tijd internationaal onbekend. In 1926 publiceerde de Russische econoom Kondratieff zijn onderzoek naar deze lange termijn golven en naar hem is deze cyclus uiteindelijk vernoemd.
Kondratieff legde de golfpatronen naast de economische geschiedenis en ontdekte dat de periodes met stijgend prijspeil (inflatie) overeenkwamen met periodes van groei en uitbreiding van de wereldmarkt (verhoogde goudproductie, nieuwe handelsverdragen, kolonisatie, technologische vernieuwing), terwijl de neergang juist overeenkwam met depressie, vooral in de landbouw. Als we zo naar de economische ontwikkeling van de laatste 250 jaar kijken, kunnen we een duidelijke cyclus van zo’n 50 tot 60 jaar herkennen, waarin de economie eerst versnelt en daarna weer vertraagt.
Sinds het begin van de industriële revolutie zijn er vijf van dit soort golfbewegingen geweest. Deze vijf cycli werden steeds gedragen door technologische innovaties en investeringen in infrastructuur.
- De 1e Industriële revolutie, gebaseerd op textielproductie en aanleg van kanalen (start 1770 in Engeland)
- Het tijdperk van de stoom en spoorwegen, (start 1830 in de UK en de VS)
- Het tijdperk van de staal, de chemie en elektriciteit (Europa en de VS, start 1875)
- Het tijdperk van de olie en de auto, (VS en Europa, start 1908)
- Het informatietijdperk, (computers, telecommunicatie en het internet) start 1971
In werkelijkheid is het overigens niet precies zo’n mooie 50 jaars cyclus zoals de grafiek hiervoor suggereerde. Ook de toppen en dalen blijken niet altijd even hoog. Hiernaast zie je het werkelijke verloop van de Kondratieff voor de VS en het VK.
Later zijn er ook sociologen, historici en andere wetenschappers op dit interessante fenomeen gesprongen en zij wisten deze golfbeweging tot veel verder terug in de tijd te traceren. Onderstaand overzicht is gebaseerd op het werk van George Modelski en William R. Thompson. Volgens hun telling zouden we dan binnenkort met de 20e kondratieff – golf beginnen.
Modelski en Thompson kwamen tot dit overzicht toen zij probeerden het ontstaan van supermachten te verklaren. Zij concludeerden dat landen die het voortouw namen in de nieuwe basisinnovatie van een Kondratieff-golf, daarmee een economische voorsprong op hun omgeving kregen. Dat stelde hen dan weer in staat de grootste legers (en vloten) en de modernste wapens te financieren. En de staten met de modernste wapens en het machtigste leger kunnen daarmee hun wil opleggen aan andere landen en zo vroeg of laat ook een politieke grootmacht worden. Een interessant thema overigens met de machtsstrijd tussen de VS, de EU en China in gedachten. Kijk ook eens naar de positie van de Republiek der Nederlanden op de 11e en de 12e Kondratiev.
Kondratieff-cycli kunnen volgens hen dus over een tijdspanne van meer dan 1000 jaar empirisch worden aangetoond. Gezien de lange periode waarover deze golven dan al optreden en gezien de vele economische, technologische en sociale veranderingen die in die tijdspanne hebben plaatsgevonden, lijkt het aannemelijk dat hier een nog onbekende drijvende kracht – of een samenspel van krachten -achter zit.
De historici Goldstone en Turchin hebben een mogelijke kandidaat hiervoor gevonden. Zij ontdekten nog een 50 jarige golfbeweging en wel in de mate van sociale onrust. Zij zagen zo ongeveer iedere 50 jaar periodes optreden met relatief vaker sociale spanningen, stakingen, demonstraties en zelfs opstanden en gewapende conflicten. Zij deden dat door voor verschillende tijden en plaatsen de Political Stress Indicator (PSI) te berekenen.
Deze PSI berekenden zij aan de hand van de formule: PSI = M x E x S, waarbij M staat voor de onrust onder de massa, E voor de mate van concurrentie binnen de elite en S voor de financiële situatie van de staat. Ieder van deze indicatoren is dan weer samengesteld uit een aantal meetbare deelindicatoren. Bij M (als voorbeeld) onder andere uit het aandeel 20-29 jarigen in de bevolking, de urbanisatiegraad en de hoogte van de relatieve loonvoet.
De berekeningen van Goldstone en Turchin gaan terug tot in het oude Egypte. Ook daar, maar ook in het oude China en bij de Azteken bleek een hoge PSI-waarde samen te gaan met een periode met meer sociale onrust. Zij berekenden de PSI ook voor de VS en het VK. En inderdaad, volgens hen gaven de jaren rond 1820, 1870, 1920 en 1970 pieken in de PSI te zien. De volgende piek zou dan moeten liggen in ……. inderdaad 2020.
Een oplopende PSI waarde hoeft niet altijd uit te lopen op ongeregeldheden. Overheden kunnen bij een oplopende PSI bijvoorbeeld interveniëren met loonsverhogingen of aanpassingen in de wetgeving. Een hoge PSI staat dus niet meteen voor gewapende opstand en revolutie, maar geeft wel aan dat de kans op onrust toeneemt
Deze cyclus staat ook wel bekend als de ‘vader-zoon’ cyclus. Deze golfbeweging in de PSI ontleent zijn naam aan het +/- 50 jarig karakter. Kort samengevat zou je kunnen zeggen dat de vaders zich verzetten tegen de in hun ogen sociale onrechtvaardigheid en maatschappelijke misstanden. Dit leidt dan tot een golf van stakingen, demonstraties, aanslagen en soms zelfs gewapende opstanden en revoluties. De zonen plukken dan hiervan de vruchten. Zij verwerpen vervolgens het geweld en kiezen voor meer stabiliteit en orde. Bij de zonen van de zonen begint de cyclus dan opnieuw met opnieuw aanzwellende sociale onrust.
Een hoge PSI-waarde blijkt dus niet alleen een voorspeller te zijn van sociale onrust, maar deze golfbeweging loopt ook nog eens aardig parallel met de door economen geconstateerde Kondratieff’s. Maar wat is hier oorzaak en wat gevolg? Of wat zijn de oorzaken en wat de gevolgen?
Kunnen we nu ook voorspellingen doen op basis van deze cycli? De vijfde Kondratieff golf begon ruwweg begin jaren zeventig en loopt daarmee nu op zijn eind. Dat geldt dus ook voor de PSI cyclus. 2020 zou dan een piekjaar moeten worden in sociale onrust. Daarna wordt het allemaal weer een stuk rustiger.
Zou dat betekenen dat 2020 een keerpunt zal worden? En welke technologische innovaties en investeringen in infrastructuur zouden deze 6e/20e Kondratieff dan kunnen gaan dragen? De verduurzaming van de economie lijkt me dan een voor de handliggende kandidaat.
© Peter van der Wel (12020)