In mijn leven heb ik al heel veel genotsmiddelen geprobeerd. Alcohol, tabak, cocaïne, marihuana, lsd, xtc. Maar ik ben nooit verslaafd geraakt aan één van deze drugs. Van tijd tot tijd neem ik nog wel eens een goed glas wijn, of rook ik een jointje en heel soms neem ik een pilletje, maar ik kan er ook heel goed van afblijven. Dat ik toch niet helemaal ongevoelig ben voor mogelijk verslavende zaken bleek toen ik via een vriend in aanraking kwam met SL.
Na een eerste kennismaking dacht ik nog, wat kan mij gebeuren? Ik raak nooit verslaafd. Tot ik opeens ontdekte dat ik mij onprettig voelde zonder SL. Ik begon mijn relatie en mijn werk te verwaarlozen. De hele dag wilde ik SL. Ik had geen tijd meer voor mijn vrouw, mijn vrienden, mijn werk.
Wat is dat SL dan wel, dat mij zo in haar greep had? Deze afkorting staat voor een hoogst verslavende drug. Een elektronisch genotsmiddel dit keer. SL staat voor Second Life, en SL is een zogenaamde virtuele wereld, waarin je gewoon kunt rondlopen, samen met miljoenen anderen overigens. Zo’n levensechte virtuele wereld kan uiterst verslavend zijn, dat kan ik u uit eigen ervaring meedelen. In SL kun je jezelf volkomen verliezen.
Second Life is een virtuele wereld die erg doet denken aan de onze. Je kunt er werken en geld verdienen, huizen en grond kopen of huren, naar de disco gaan of naar de kroeg. Maar je kunt er nog veel meer. In SL kan eigenlijk alles. Je kunt je zelfs teleporteren naar de andere kant van de wereld. Je kunt er ook zo maar vliegen. Als je dat wilt, stijg je gewoon op en verhef je je boven de grond. In SL is het ook nooit koud, je wordt nooit moe en je kunt je lichaam naar believen modelleren. In SL lopen dan ook veel mooie, jonge mensen rond. Je wordt er nooit oud en ziek, tenzij je daar zelf voor kiest natuurlijk. Want ook dát kan.
En al die mooie jonge mensen praten heel veel met elkaar. Voortdurend zoeken ze elkaar op in disco´s en op andere ontmoetingsplekken. Ik had binnen de kortste keren een hele groep aardige vrienden met wie ik heel intieme gesprekken kon voeren. In SL kun je ook veilig experimenteren met nieuw gedrag. Normaal zou ik nooit zomaar een mooie jonge vrouw aanspreken, maar in SL wel. Sterker nog, normaal zou ik er zelf ook nooit uitzien als een mooie donkere negerin, maar in SL beviel me dat heel goed.
En omdat alles kan in Second Life, kun je ook experimenteren met seks. Voor veel mensen blijkt dit de grootste attractie van SL. Seks met mannen, met vrouwen, met meerdere mannen of met een paarse vrouw met een vacht en een levensechte eekhoornstaart. Je kunt het zo gek niet bedenken, of het kan daar. En je hoeft niet bang te zijn voor aids of andere enge ziekten.
Naschrift: Mijn ‘verslaving’ aan SL speelde begin 2006. Na enkele weken gekluisterd te zijn geweest aan het scherm van mijn laptop, ben ik nu gelukkig al weer een tijdje afgekickt. Ik werd gered door de gebrekkige techniek. Ik begon me te ergeren aan het trage netwerk en de nog steeds gebrekkige grafische mogelijkheden. Ik ben weer clean …….. Maar voor altijd? Want over enkele jaren komen er beslist snellere en een nog echtere varianten beschikbaar. Wat dan?
Intussen zijn de ontwikkelingen natuurlijk niet stil blijven staan. Second Life is eerst enorm ‘gehyped’. Voor veel mensen werd Second Life een tweede leven waar ze nieuwe vrienden vonden, betekenisvolle relaties aangingen en zelfs nieuwe ongedachte talenten en kwaliteiten in zich zelf ontdekten.
Second Life is voor velen ook al lang geen spelletje meer. Voor sommige mensen is Second Life ook een bron van inkomen geworden. Sommige mensen ontwikkelden zich binnen SL tot succesvolle architecten die prachtige landschappen en huizen bouwden voor andere deelnemers in SL. En die daar ook heel veel geld mee verdienden. Second Life was dan één groot sociologisch, cultureel en economisch experiment. Je kon er relaties aanknopen, handelen, je arbeid verkopen, rijk worden. Echt intrigerend werd het waar de ‘echte’ en de virtuele economie elkaar kruisten: wanneer mensen tienduizenden echte dollars neerleggen voor een virtueel eiland of een winkelketen opzetten in een ver computerland. De daglonen binnen SL waren hoger dan die in een gemiddeld ontwikkelingsland. Steeds meer ‘real life’ bedrijven gebruikten SL als plek om virtueel te vergaderen en zo veel reistijd te besparen, om klanten te ontmoeten, om nieuwe producten uit te testen, of om ‘first life’ producten te verkopen.
SL riep intrigerende vragen op. Sociologische vragen, culturele vragen, juridische vragen. Bestaan virtuele persoonlijkheden en virtuele goederen eigenlijk wel voor de wet? Is bijvoorbeeld dat virtuele huis dat je zelf hebt gebouwd of dat je hebt gekocht voor echte dollars juridisch wel van jou? Wordt er in de ‘echte’ wereld binnenkort belasting geheven over je inkomsten in SL? Kan het UWV eisen dat je in SL werk zoekt wanneer je hier in de WW zit? Zijn wij aansprakelijk voor misdragingen van onze SL persoonlijkheid? Is een virtuele moord in SL strafbaar? Virtuele kinderporno? Gokken met dollars, echt of virtueel? Kunnen we onze SL persoonlijkheden geld nalaten? Hoe lang zal het duren totdat die andere wereld wordt gekolonialiseerd door de gewone wereld? En andersom, hoe zal onze gewone wereld zich gaan aanpassen aan de virtuele?
Second Life bestaat overigens nog steeds. Er gaan nog steeds miljoenen euro’s in om. Maar het is toch vooral een grote speeltuin geworden voor volwassenen om te experimenteren met virtuele relaties. SL als een virtuele parenclub. Natuurlijk was SL nog maar een begin. Je kwam in SL via het scherm van je computer of eventueel via een virtual reality bril. Je kon en kunt nog niet ruiken en voelen in SL. Maar wat is nu nog het verschil tussen online en offline? SL is nu een soort reis naar een andere wereld zonder zorgen, zonder regen, en zonder ziektes, Wat betekent dat voor het gewone alledaagse leven? Wordt dat niet erg saai? Worden virtuele werelden een soort vakantiewerelden? Wat betekent het voor de gewone wereld als virtuele werelden steeds reëler worden? Hoe gaat die werelden straks onze wereld hier beïnvloeden?
Een mooi voorbeeld is Arden. Want hoe zou het zijn om het oude Engeland van William Shakespeare te bezoeken, een herberg binnen te gaan, en daar een pint ale te pakken en een spelletje te dobbelen met de plaatselijke bevolking? Hoe zou je je staande houden in die wereld? Welk vak zou je beoefenen om aan geld te komen? Wat is je hedendaagse kennis daar waard? Zou je überhaupt weten hoe je daar in leven moest blijven? Of zou je binnen de kortste keren beroofd zijn door een stelletje struikrovers of in het gevang geworpen vanwege je vreemde gedrag? Dat kun je nu te weten komen in Arden. Arden is de schepping van professor Edward Castronova van de universiteit van Indiana. Hij heeft samen met een groep studenten een levensechte virtuele wereld gebouwd, gesitueerd in de tijd van Richard de III. Zeg maar een levensecht Second Life, maar dan met oud-Engelse huizen en mensen en alles zo levensecht mogelijk, Dus geen draken en andere sprookjes figuren maar met zo realistische mogelijke omstandigheden en met een educatieve doelstelling. Leerlingen en studenten kunnen die wereld binnengaan en ‘leren’ zo spelenderwijs de geografie, de historische situatie, en de zeden en gewoonten van het Engeland uit die tijd kennen. Hoe leefden gewone mensen, wat aten ze, hoe spraken ze, hoe werkten ze?. Hoe betaalden ze, hoe trouwden ze, waar waren ze bang voor, hoe werkte het rechtssysteem, hoe vierden ze hun feesten?
Dit is één van de mogelijkheden die virtuele werelden ons te bieden hebben. De mogelijke toepassingen voor amusement, voor educatie, voor commercie, voor sociale experimenten zijn vrijwel onbegrensd en moeten we eigenlijk nog ontdekken.
(c) Peter van der Wel 2008